Pulmonale hypertensie door anorexigenen: ook meer dan 5 jaar na laatste innameReeds in 1995 werd duidelijk dat amfetaminederivaten gebruikt als anorexigeen, het risico van optreden van pulmonale hypertensie verhogen. Omwille van dit risico (en voor fenfluramine en dexfenfluramine ook omwille van het risico van hartkleplijden) werden deze middelen van de markt teruggetrokken, en werd afleveren ervan, als specialiteit of in magistrale bereiding, in 2001 verboden in België [zie Folia november 1999 , april 2002 en februari 2005 ]. Uit een onderzoek uitgevoerd in Frankrijk in 2003 naar de frequentie, de symptomen en de risicofactoren van pulmonale hypertensie blijkt dat bij 64 van de 674 geïncludeerde patiënten, de pulmonale hypertensie mogelijk te wijten was aan het gebruik van anorexigenen. Bij ongeveer 40% van deze 64 patiënten traden de eerste symptomen van pulmonale hypertensie pas meer dan 5 jaar na de laatste inname van het anorexigeen op. Het lijkt dan ook aangewezen bij patiënten die in het verleden anorexigenen hebben genomen, aandachtig te zijn in verband met het optreden van symptomen van pulmonale hypertensie (o.a. dyspnoe, moeheid, verminderde inspanningstolerantie), ook al zijn deze middelen in België reeds minstens 5 jaar verboden. Op basis van casuïstische meldingen is gesuggereerd dat amfetamines, gebruikt als doping of als drug, eveneens pulmonale hypertensie kunnen veroorzaken. Tot nu toe zijn met methylfenidaat, een amfetaminederivaat gebruikt bij ADHD (Attention-Deficit Hyperactivity Disorder), geen gevallen van pulmonale hypertensie gerapporteerd. Naar
|