Een vaccin tegen pneumokokkeninfecties voor gebruik bij kinderen van 2 maand tot 2 jaar oud is beschikbaar 2 december 2004

 

Sinds kort is in België een geconjugeerd polysaccharidevaccin tegen 7 types pneumokokken onder de naam Prevenar® beschikbaar, voor de vaccinatie van kinderen van 2 maand tot 2 jaar oud. In de bijsluiter wordt vermeld dat het vaccin aangewezen is voor de vaccinatie tegen invasieve pneumokokkeninfecties (bacteriëmie, meningitis, sepsis, bacteriëmische pneumonie); de bescherming door het vaccin tegen middenoorontsteking is lager. Vanzelfsprekend beschermt dit vaccin enkel tegen infecties door de types pneumokokken waarvan de polysacchariden aanwezig zijn in het vaccin. Een polysaccharidevacin tegen 23 types pneumokokken (Pneumo 23®) is reeds meerdere jaren beschikbaar, maar is niet immunogeen bij kinderen jonger dan 2 jaar.

 

Gezien de toename van de resistentie van meerdere pneumokokkenstammen tegen antibiotica, raadt de Hoge Gezondheidsraad aan alle kinderen van 2 maand tot 2 jaar oud in te enten met dit vaccin. Het vaccinatieschema aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad is als volgt.

-         Kinderen jonger dan 6 maand: één dosis telkens op de leeftijd van 2 maand, 3 maand en 4 maand, en een rappel op de leeftijd van 12 à 15 maand.

-         Kinderen van 7 tot 11 maand: 2 doses met 6 à 8 weken interval en een rappel op de leeftijd van 12 à 15 maand.

- Kinderen van 12 tot 24 maand: 2 doses met 6 à 8 weken interval.

Dit vaccin tegen pneumokokkeninfecties mag worden toegediend op hetzelfde ogenblik als de andere pediatrische vaccins, maar de vaccins moeten op verschillende plaatsen worden toegediend.

 

We wensen toch de aandacht te vestigen op het feit dat de hoge kostprijs van dit vaccin (dat momenteel niet terugbetaald is) een obstakel vormt voor de veralgemeende vaccinatie. Het kan dus zijn dat men verkiest niet alle kinderen te vaccineren. Vaccinatie wordt evenwel zeker aanbevolen bij kinderen met één van volgende aandoeningen, en dit omwille van een verhoogd risico van invasieve pneumokokkeninfecties: sikkelcelanemie, functionele of anatomische asplenie, HIV-besmetting, immuundeficiëntie (congenitaal of ten gevolge van immunosuppressieve behandeling of radiotherapie), nierinsufficiëntie en nefrotisch syndroom, hartziekten, chronische longziekten, diabetes mellitus, lek van cerebrospinaal vocht, kinderen met cochleaire implantaten.

 

Tenslotte dient opgemerkt dat gezien de ernst van pneumokokkeninfecties, zeker bij risicopatiënten, elke infectie waarbij pneumokokken als oorzaak worden vermoed, zonder uitstel adequaat moet worden behandeld.  Dit geldt ook voor gevaccineerde patiënten gezien de bescherming door het vaccin niet volledig en slechts tijdelijk is.

 

Meer informatie vindt U via de website van de Hoge Gezondheidsraad:

http://www.health.fgov.be/CSH_HGR/Nederlands/Brochures/Basisvaccinatieschema%202004.pdf (Vaccinatiekalender 2004) en http://www.health.fgov.be/CSH_HGR/Nederlands/Advies/Advies_Pneumokokken.htm (Advies betreffende vaccinatie tegen pneumokokken bij het kind).