Cardiovasculaire ongewenste effecten van diclofenac en andere NSAID’s
InleidingDe cardiovasculaire veiligheid van niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s) staat al lang ter discussie. De aanleiding daartoe was de vaststelling van een verhoogd risico van ernstige cardiovasculaire events (met inbegrip van myocardinfarct en cerebrovasculair accident) met rofecoxib (Vioxx®, Vioxx Dolor®), wat in 2004 leidde tot het wereldwijd uit de markt nemen van dit geneesmiddel. In vorige publicaties schreven we dat een dosisafhankelijk risico van cardiovasculaire events (o.a. myocardinfarct, cerebrovasculair accident) voor geen enkel NSAID kan worden uitgesloten; naproxen kwam naar voren als het NSAID met het geringste cardiovasculaire risico [zie Folia november 2004 , maart 2005 en maart 2009 ], terwijl de COX-2-selectieve NSAID’s (zeker in hoge doses) en diclofenac naar voren kwamen als NSAID’s met een groter risico [zie Folia maart 2011 ]. Het afgelopen jaar verschenen gegevens, o.a. afkomstig uit een meta-analyse van de Coxib and traditional NSAID Trialists’ (CNT) Collaboration1, die deze stelling bevestigen. Het is onder andere naar aanleiding van deze meta-analyse dat het EMA de voorzorgsmaatregelen bij voorschrijven van diclofenac verscherpt heeft zoals voor de coxib’s2. Daarnaast zijn er ook gegevens uit observationeel onderzoek die wijzen op potentiële risico’s bij korte behandelingsduur of bij lage doses NSAID’s. We besteden daarom opnieuw aandacht aan dit onderwerp. 1 The Lancet 2013; 382: 769-79 , met editorial : 746-8 2 www.ema.europa.eu > Search document library > zoekterm diclofenac; referentienummer: EMA/353084/2013 De CNT meta-analyse bij patiënten met een laag cardiovasculair risicoIn mei 2013 verscheen een meta-analyse van 639 gerandomiseerde studies bij meer dan 300.000 patiënten, uitgevoerd door de Coxib and traditional NSAID Trialists’ (CNT) Collaboration1. De studiepopulatie omvatte patiënten met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar en een laag cardiovasculair en gastro-intestinaal risico; de voornaamste indicaties voor NSAID-gebruik waren artrose en reumatoïde artritis. De duur van de studies was minstens 4 weken, en gemiddeld minder dan 1 jaar. Er waren voor deze meta-analyse enkel voor de coxib’s (celecoxib, rofecoxib, lumiracoxib, etoricoxib en valdecoxib) en voor diclofenac, ibuprofen en naproxen voldoende gegevens over cardiovasculaire risico’s beschikbaar. De onderzochte doses van de NSAID’s waren hoog: celecoxib 400 mg p.d., rofecoxib 25 mg p.d., lumiracoxib 200 mg p.d., etoricoxib 60/90 mg p.d., valdecoxib 20 mg p.d., diclofenac 150 mg p.d., ibuprofen 2.400 mg p.d. en naproxen 1.000 mg p.d. In deze meta-analyse werd het relatieve risico van de NSAID’s, uitgedrukt als rate ratio, berekend t.o.v. placebo. Voor sommige NSAID’s waren er onvoldoende placebogecontroleerde studies beschikbaar: in dat geval werd het relatieve risico berekend, gebruikmakend van een "netwerkmeta-analyse". Daarbij wordt het relatieve risico van het NSAID versus placebo indirect berekend: voor diclofenac bijvoorbeeld werd het risico ten opzichte van placebo berekend uit de gegevens van studies ‘diclofenac versus coxib’ en studies ‘coxib versus placebo’. Men spreekt dan van een adjusted rate ratio. Resultaten
ConclusiesDeze meta-analyse toont aan dat hoge doses van diclofenac en van ibuprofen het risico van cardiovasculaire events verhogen, en dit in dezelfde mate als de coxib’s; naproxen verhoogt dit risico niet. De patiëntengroep omvatte patiënten met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar en een laag cardiovasculair en gastro-intestinaal risico. De conclusies van de CNT meta-analyse zijn dus niet zomaar van toepassing op oudere patiënten of patiënten met een hoog cardiovasculair risico: voor hen is het risico waarschijnlijk nog groter. Hoewel er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over andere NSAID’s, kan men besluiten dat een dosisafhankelijk risico van cardiovasculaire events waarschijnlijk voor geen enkel NSAID kan worden uitgesloten. Deze conclusies zijn vergelijkbaar met deze uit het rapport van het EMA in oktober 20123. Het EMA nam verscherpte veiligheidsmaatregelen voor diclofenac (zie verder) en in juni 2014 startte het ook met een evaluatie van ibuprofen aan zeer hoge doses (2.400 mg p.d.).4 3 www.ema.europa.eu > Search document library > zoekterm "non-steroidal anti-inflammatory drugs"; referentienummer: EMA/696137/2012 4 www.ema.europa.eu > Search document library > zoekterm "ibuprofen"; referentienummer EMA/348597/2014 Verscherpte veiligheidsmaatregelen voor diclofenacNaar aanleiding van de conclusies van de CNT-meta-analyse en nieuwe gegevens uit observationeel onderzoek, verscherpte het EMA in juli 2013 de veiligheidsmaatregelen voor diclofenac tot op hetzelfde niveau als voor de coxib’s. 5
5 www.ema.europa.eu > Search document library > zoekterm "diclofenac"; referentienummer: EMA/353084/2013 Gegevens over NSAID’s uit observationeel onderzoek: lage doses, kortdurend gebruik en patiënten met hoog cardiovasculair risicoEr zijn geen gerandomiseerde gecontroleerde studies over cardiovasculaire ongewenste effecten bij kortdurende behandeling met NSAID’s en over gebruik van lage doses NSAID’s, noch over de risico’s bij patiënten met cardiovasculaire antecedenten. Enkel uit observationeel onderzoek zijn gegevens beschikbaar die helpen om deze risico’s in te schatten. Hoewel observationeel onderzoek minder betrouwbaar is om oorzakelijke verbanden aan te tonen, lijken de gegevens uit observationeel onderzoek deze van de gerandomiseerde gecontroleerde studies met hoge doses te versterken.
6 PLoS Med 2011; 8: 769-79 e1001098 7 Circulation 2011; 123: 2226-35 8 Circulation 2012; 126: 1955-63 Algemene conclusieIn het algemeen worden NSAID’s nooit aanbevolen in hoge doses voor langdurig gebruik en moeten ze vermeden worden bij patiënten met risico van hartfalen of nierfalen. Naast de lang gekende risico’s van maag-darmulcera en nierlijden is er de laatste jaren toenemende ongerustheid op het cardiovasculaire vlak.
|