Antistollingsbehandeling bij voorkamerfibrillatie: vitamine K-antagonisten of nieuwe orale anticoagulantia?
Volgens de laatste aanbevelingen van de American College of Cardiology, de American Heart Association Task Force en de Heart Rhythm Society (AHA/ACC/HRS)1 is een langdurige antitrombotische behandeling aangewezen ter preventie van trombo-embolische events bij patiënten met voorkamerfibrillatie (VKF) met hoog trombo-embolisch risico (geschat in functie van de CHA2DS2- VASc-score, zie nota). Bij een CHA2DS2-VASc-score ≥ 2 moet een antistollingsbehandeling overwogen worden. Er is weinig evidentie over de doeltreffendheid van acetylsalicylzuur in de preventie van trombo-embolie bij VKF. Bij patiënten met een niet-valvulaire VKF zijn de voorgestelde therapeutische opties in de aanbevelingen enerzijds de vitamine K-antagonisten (VKA's) (met INR tussen 2 en 3) zoals acenocoumarol (Sintrom®), fenprocoumon (Marcoumar®), warfarine (Marevan®) en anderzijds de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s) zoals apixaban (Eliquis®), dabigatran etexilaat (Pradaxa®) en rivaroxaban (Xarelto®). Edoxaban, een factor Xa-inhibitor zoals apixaban en rivaroxaban, is in Europa niet geregistreerd. Bij patiënten met VKF geassocieerd aan hartklepletsels zijn NOAC’s niet aangewezen, en worden de VKA's aanbevolen. De doeltreffendheid van de VKA's in de preventie van trombo-embolische events bij VKF is duidelijk bewezen, en VKA's zijn sedert 50 jaar de standaardbehandeling. In de praktijk is het bekomen antwoord (INR) echter dikwijls variabel, o.a. omwille van genetische varianten die de afbraak van deze geneesmiddelen beïnvloeden (genotypering moeilijk of zelfs onmogelijk in de praktijk te implementeren) en omwille van de vele interacties met geneesmiddelen of voeding, wat problematisch kan zijn gezien de nauwe therapeutisch-toxische marge van deze geneesmiddelen. Regelmatige INR-monitoring en aanpassing van de posologie in functie ervan zijn dan ook strikt noodzakelijk (minstens 1 x/week bij het begin van de behandeling, nadien minstens 1x/maand wanneer de INR gestabiliseerd is). In verband met de NOAC’s schreven we in de Folia van maart 2012 dat ze even doeltreffend zijn als warfarine in de preventie van trombo-embolie bij VKF maar dat de VKA's de eerste keuze blijven bij vele patiënten. Ondertussen verschenen nieuwe publicaties. In dit artikel wordt getracht wat meer klaarheid te brengen over de keuze van een antistollingsbehandeling bij de aanpak van niet-valvulaire VKF, en er worden een aantal praktische raadgevingen en waarschuwingen gegeven bij het voorschrijven van een NOAC. 1 J.Am.Coll.Cardiol 2014;(28 maart). content.onlinejacc.org (doi:10.1016/j.acc.2014.03.022) Recente meta-analyse over de doeltreffendheid en veiligheid van NOAC’s ten opzichte van warfarineIn The Lancet2 werd onlangs een meta-analyse gepubliceerd van de vier gerandomiseerde studies (RE-LY met dabigatran, ROCKET-AF met rivaroxaban, ARISTOTLE met apixaban en ENGAGE AF-TIMI met edoxaban) waarbij de NOAC’s vergeleken werden met warfarine in de preventie van trombo-embolie bij patiënten met niet-valvulaire VKF. De resultaten bekomen met de hooggedoseerde NOAC’s (dabigatran etexilaat 300 mg p.d., rivaroxaban 20 mg p.d., apixaban 10 mg p.d. en edoxaban 60 mg p.d.) ten opzichte van warfarine zijn de volgende.
De resultaten bekomen met de laaggedoseerde NOAC’s (dabigatran etexilaat 220 mg p.d., edoxaban 30 mg p.d.) zijn de volgende.
De resultaten van deze meta-analyse tonen een gunstige risico-batenverhouding van de NOAC’s ten opzichte van warfarine, maar deze resultaten moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd aangezien in deze studies de meer kwetsbare patiënten (bv. personen > 75 jaar, patiënten met antecedenten van cerebrovasculair accident of met nierinsufficiëntie) meestal ondervertegenwoordigd waren. Daarnaast worden in het kader van klinische studies de patiënten strikt opgevolgd, en het is dus moeilijk om deze resultaten zomaar te extrapoleren naar de populatie in de algemene praktijk. Daarenboven was de behandeling met warfarine in de controlegroepen van deze studies niet optimaal (INR in 58 à 68 % van de tijd binnen de therapeutische waarden), wat de interpretatie van de resultaten bemoeilijkt. Ten slotte handelen de resultaten van deze meta-analyse over het geheel van de NOAC’s en er zijn geen vergelijkende studies tussen de verschillende NOAC’s; het is dus moeilijk om harde conclusies te trekken in termen van relatieve doeltreffendheid en veiligheid. 2 The Lancet 2014; 383: 955-62 (doi: 10.1016/S0140-6736(13)62343-0) met commentaar : 931-3 (doi :10.1016/S0140- 6736(13)62376-4) Praktische aanbevelingen en waarschuwingen bij gebruik van een NOACOngeacht de keuze van de orale antistollingsbehandeling is het belangrijk dat de voorschrijver de posologie, de contra-indicaties en de gebruiksvoorzorgen van deze geneesmiddelen strikt navolgt om de ongewenste effecten te beperken. In verband met de praktische raadgevingen voor gebruik van de VKA's verwijzen we naar het Repertorium en naar de Folia van februari 2004 en juni 2011 . Contra-indicaties en gebruiksvoorzorgen van de NOAC’sNaar aanleiding van het bloedingsrisico vastgesteld in de klinische studies en de meldingen van majeure – met inbegrip van soms fatale- bloedingen na het op de markt komen van de NOAC’s, heeft het Europees Geneesmiddelenagentschap (European Medicines Agency of EMA) onlangs de contraindicaties en gebruiksvoorzorgen van de NOAC’s herzien om het bloedingsrisico te verminderen.
Posologie en dosisaanpassing bij niet-valvulaire voorkamerfibrillatieDe doses hieronder zijn deze vermeld in de Samenvattingen van de Kenmerken van het Product (SKP) [situatie op 01/05/14]. Het is belangrijk het geneesmiddel elke dag op dezelfde uren in te nemen.
InteractiesDe NOAC’s worden afgebroken ter hoogte van de lever en er bestaat een risico van (bekende en onbekende) interacties, vooral ter hoogte van CYP3A4 en/of van P-glycoproteïne (P-gp) (zie ook tabellen Ib en Id in de Inleiding van het Repertorium).
Biomonitoring
Wat doen in geval van een vergeten inname ?In geen geval mag de volgende dosis verdubbeld worden. De vergeten dosis mag alsnog ingenomen worden indien dit gebeurt vóór de helft van het tijdsinterval tot de volgende inname, d.w.z.:
Na deze termijn vervalt gewoon de inname, en de behandeling wordt normaal voortgezet. Wat doen bij overdosering zonder bloeding ?Louter toezicht van de patiënt gedurende enkele uren volstaat meestal omwille van de korte halfwaardetijd van de NOAC's. Wat doen bij bloeding ?Bij bloeding moet een eventuele overdosering geëvalueerd worden evenals de andere, eventuele bloedingsrisicofactoren. In functie van het ogenblik van de laatste inname en de ernst van de bloeding kan het nodig zijn de volgende inname uit te stellen of de behandeling te stoppen. Er bestaat geen specifiek antidotum. De hemostase is na 12 à 24 uur genormaliseerd; bij nierinsufficiëntie duurt deze normalisatie langer met dabigatran etexilaat (tot 48 uren of meer) en hemodialyse kan overwogen worden. Bij majeure bloeding wordt toediening van een concentraat van coagulatiefactoren (PPSB) aanbevolen. Wat doen bij chirurgische ingreep ?[zie ook Folia februari 2012 ]
De behandeling met NOAC’s mag in principe herstart worden eens de hemostase onder controle is, maar gezien de afwezigheid van een specifiek antidotum is het meestal te verkiezen om 48 tot 72 uur te wachten vooraleer de behandeling na een chirurgische ingreep met hoog bloedingsrisico te herstarten. Bij patiënten met een hoog trombo-embolisch risico bij wie een NOAC tijdelijk vervangen werd door heparine, is het niet aanbevolen de behandeling met heparine voort te zetten bij herstarten van het NOAC. Hoe overschakelen van een VKA naar een NOAC (en omgekeerd) ?Het is niet wenselijk een behandeling met een doeltreffend en goed verdragen VKA te vervangen door een NOAC. Indien dit toch overwogen wordt, dient gewacht te worden tot de INR < 2 onder VKA is vooraleer te starten met het NOAC. Bij overschakelen van een NOAC naar een VKA dient de behandeling met het NOAC voortgezet te worden tot de INR ≥ 2 is. Met dabigatran etexilaat dient men rekening te houden met een mogelijke verlenging van de halfwaardetijd in geval van vermindering van de nierfunctie. Welk NOAC kiezen ?Er zijn momenteel geen vergelijkende studies tussen de verschillende NOAC’s en het is dus niet mogelijk harde conclusies te trekken in termen van relatieve doeltreffendheid en veiligheid. De keuze zal dus gebeuren in functie van het profiel van de patiënt en van zijn antecedenten. Commentaren en conclusieIn de klinische studies waren de NOAC’s minstens even doeltreffend en veilig als warfarine in termen van preventie van trombo-embolische events en mortaliteit. In de Amerikaanse en Europese aanbevelingen3,4 worden de NOAC’s dan ook als alternatief van de VKA's aanbevolen voor de preventie van trombo-embolie bij patiënten met niet-valvulaire VKF met matig tot hoog trombo-embolisch risico (CHA2DS2-VASc-score ≥ 2). Buiten de klinische studies is er echter nog weinig ervaring met deze nieuwe geneesmiddelen, en hun gebruik in de dagelijkse praktijk stuit ook op bepaalde problemen, bv. vermindering van de doeltreffendheid in geval van een vergeten inname (omwille van hun korte halfwaardetijd), gebrek aan een controlemiddel van de antistollingsgraad, het niet kunnen aanpassen van de dosis bij vermoeden van onder- of overdosering (bv. bij obese of zeer magere patiënten), de afwezigheid van een antidotum. Rekening houdend met de beschikbare gegevens maar ook met de onzekerheden en beperkingen van deze nieuwe behandelingen, stellen we, zoals de Agence nationale de sécurité du médicament et des produits de santé (ANSM5) in Frankrijk en het "College voor Zorgverzekeringen"6 in Nederland, dat de NOAC’s de VKA's niet systematisch moeten vervangen, en dat overschakelen van een behandeling met een doeltreffend en goed verdragen VKA naar een ander oraal anticoagulans niet wenselijk is. De NOAC’s kunnen overwogen worden als een alternatief van de VKA's bij patiënten bij wie de INR moeilijk binnen de therapeutische waarden kan gehouden worden, dit ondanks een goede therapietrouw, en bij patiënten die de ongemakken van de INR-controle moeilijk aanvaarden. Hoewel de NOAC's een stap voorwaarts zijn bij de aanpak van tromboembolie, dienen hun risico’s en moeilijkheden bij gebruik in de dagelijkse praktijk, vooral bij ouderen- d.w.z. de meerderheid van de patiënten met VKF-, niet onderschat te worden. Men dient ook rekening te houden met de hogere kostprijs van deze nieuwe geneesmiddelen. 3 European Heart Journal 2012; 33: 2719-47 (doi:10.1093/eurheartj/ehs253) 4 Chest 2012; 141 (2) (Suppl) : e531S-e575S Nota’s
5 www.has-sante.fr/portail/upload/docs/application/pdf/2013-07/fs_bum_naco_v5.pdf 6 Geneesmiddelenbulletin 2012; 46 132-3 |