Reizen en geneesmiddelen. ReizigersdiarreeDe aanpak van reizigersdiarree werd besproken in de Folia van mei 2007 . De aanbevelingen in dat artikel zijn nog steeds geldig, met name wat betreft de keuze van het antibioticum wanneer een dergelijke behandeling nodig is. In de afgelopen jaren werd de aandacht gevestigd op de toename van de antibioticaresistentie en op de import door reizigers (ook deze in goede gezondheid) van resistente bacteriën zoals de ESBL-PE-enterobacteriën (Extended-Spectrum Beta-lactamase-Producing Enterobacteriaceae). Het risico van besmetting van de reiziger door resistente bacteriën is verhoogd bij reizigersdiarree waarvoor een antibiotische (zelf)behandeling wordt gegeven. Daarenboven kan kolonisatie door resistente bacteriën, door het verstoren van de darmflora, ook voorbeschikken voor het optreden van intestinale problemen zoals het postinfectieuze prikkelbare darmsyndroom. Dit alles moet aanzetten tot rationeel gebruik van antibiotica bij reizigersdiarree.1 Preventie van reizigersdiarree berust in de eerste plaats op hygiëno-diëtische maatregelen; preventief gebruik van antibiotica is af te raden. Bij reizigersdiarree is (zelf)behandeling met antibiotica slechts gerechtvaardigd bij ernstige diarree, d.w.z. bloederige of mucopurulente diarree, of diarree die meer dan 1 à 2 dagen aanhoudt en ook gepaard gaat met hoge koorts, ernstige abdominale krampen of meer dan 6 stoelgangen per 24 uur. Onmiddellijke (zelf)behandeling met antibiotica is gerechtvaardigd bij reizigersdiarree bij immungedeprimeerde personen, personen met een inflammatoire darmaandoening of personen met verminderde of afwezige maagzuurproductie. Naast het meegeven van een geneesmiddelenvoorschrift is het belangrijk dat de arts aan de patiënt duidelijke uitleg geeft in verband met de aanpak van reizigersdiarree (zie hiervoor de website van het Instituut voor Tropische Geneeskunde via www.itg.be/itg/Uploads/MedServ/medasso2014/medasso2014_NL_05.pdf ). 1 Clinical Infectious Diseases 2015; 60: 837-46 (doi: 10.1093/cid/ciu957) met editoriaal : 847-8 (doi: 10.1093/cid/ciu961) |