Nieuwe langetermijngegevens over orale anticonceptiva en kanker 21 september 2007

 

Op de website van de British Medical Journal verscheen early-online op 12 september 2007, de analyse van de gegevens van de grootschalige Britse cohortstudie, de “Royal College of General Practitioners’ oral contraception study” [http://www.bmj.com/cgi/content/full/bmj.39289.649410.55v1, met editoriaal]. Deze studie was in 1968 gestart om de effecten van orale anticonceptiva op de incidentie van verschillende types van kanker te onderzoeken. Ongeveer 46.000 vrouwen werden in 1968 en 1969 in de studie ingesloten, en werden gemiddeld 24 jaar gevolgd. De vrouwen werden door hun huisarts gevolgd tot 1996; gegevens over kanker werden verder geregistreerd tot 2004. De gegevens van vrouwen die ooit een oraal anticonceptivum gebruikten (de “pilgebruiksters”, mediane duur van pilgebruik ongeveer 4 jaar) werden vergeleken met de gegevens van vrouwen die nooit een oraal anticonceptivum namen.

 

Wat toont de analyse?

- Analyse van de totale cohort (gegevens tot 2004) wijst op een geringe daling bij pilgebruiksters van het globale risico van kanker, en van het risico van colo-rectale kanker, uteruskanker en ovariumkanker in het bijzonder; er was geen verschil in de incidentie van borstkanker tussen de twee groepen.

- Bij de vrouwen die gedurende meer dan 8 jaar een oraal anticonceptivum hadden genomen (ongeveer een kwart van de pilgebruiksters), was er wel een toename van het globale risico van kanker, en van invasieve baarmoederhalskanker en hersen/hypofysekanker in het bijzonder; het risico van ovariumkanker bleef lager bij dit langdurig pilgebruik.

- De daling van het risico van ovariumkanker werd gezien tot 15 jaar na stoppen van het orale anticonceptivum.

 

Kanttekeningen bij de studie

- Deze studie is een observationele studie, met de gekende beperkingen van bias en confoundig factors. Daarenboven dient rekening gehouden te worden met het feit dat multipele vergelijkingen in dergelijke studies mogelijk verschillen tussen groepen opleveren die eerder te wijten zijn aan toeval.

- Vijfenzeventig % van de pilgebruiksters hadden orale anticonceptiva genomen met 50 µg oestrogeen, terwijl nu vooral lager gedoseerde preparaten worden gebruikt.

- Voor ongeveer 35% van de vrouwen die initieel waren ingesloten, zijn geen langetermijngegevens beschikbaar.

 

Conclusies

- De gegevens van deze studie gelden voor de vrouwen die eind jaren ’60 een oraal anticonceptivum startten, toen orale anticonceptiva meestal hoog gedoseerd waren aan oestrogeen. Of de gegevens mogen geëxtrapoleerd worden naar vrouwen die de momenteel courant gebruikte orale anticonceptiva nemen of starten, is twijfelachtig.

- In de Folia van december 2002 werd aandacht besteed aan de ongewenste effecten van orale anticonceptiva, o.a. het risico van kanker.

-         In verband met het risico van borstkanker schreven we dat, alhoewel sommige gegevens bemoedigend waren (de hier besproken studie voegt zich daarbij), een in 1996 gepubliceerde meta-analyse van 54 observationele studies een licht verhoogd risico van borstcarcinoom bij pilgebruiksters toonde, vooral deze jonger dan 35 jaar. De reden van discrepantie tussen de verschillende studies is niet duidelijk, maar zou kunnen te maken hebben met verschillen in studie-opzet.

-         In verband met het risico van baarmoederhalskanker schreven we: “De evidentie neemt toe dat bij vrouwen die positief zijn voor het DNA van het humane papillomavirus (HPV), orale anticonceptiva het risico van cervixcarcinoom verhogen”. De hier besproken studie wijst bij langdurig gebruik eveneens op een lichte toename van het risico, maar er zijn geen gegevens over HPV-infectie.