In ons Goed om te weten-bericht van 18/03/20, met update op 03/04/20 werden reeds een aantal belangrijke aandachtspunten bij gebruik van hydroxychloroquine (HCQ) gesignaleerd. Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde [2020;164: 16-21)] brengt nog enkele belangrijke aandachtspunten in verband met co-medicatie bij patiënten die in deze COVID-19 epidemie HCQ krijgen.

  • Pas op bij associëren van HCQ met andere QT-verlengende medicatie (zie Repertorium, Inl.6.2.2.).

  • Antacida verminderen de resorptie van HCQ, eventueel overschakelen naar een PPI.

  • Pioglitazon, gliflozinen en hypoglykemiërende sulfamiden kunnen in associatie met HCQ hypoglykemie veroorzaken. Algemeen wordt bij ernstig zieke diabetespatiënten met COVID-19 beter intermitterend insuline gegeven om de gewenste glucosespiegel te bereiken.

  • Van de DOAC’s en digoxine kunnen de plasmaconcentraties stijgen bij associëren met HCQ die in vitro een inhibitor is van P-glycoproteïne (P-gp). Voorzichtigheid is aanbevolen bij gelijktijdige behandeling met alle geneesmiddelen die substraat zijn van P-gp, in het bijzonder deze met een nauwe therapeutisch-toxische marge, zoals de DOAC’s en digoxine [zie ook Tabel Id in het Repertorium].

  • Immunosuppressiva combineren met HCQ kan extra risico’s geven. HCQ kan de plasmaconcentraties verhogen van ciclosporine, tacrolimus en sirolimus ( alle drie substraat van P-gp) en de hematologische toxiciteit verhogen van azathioprine of adalimumab.