De H3N2-influenzavirussen die momenteel in België (maar ook in de rest van Europa en in de Verenigde Staten) circuleren komen qua antigene eigenschappen niet goed overeen met de H3N2-component die in de griepvaccins van dit seizoen aanwezig is (zogenaamde “antigene drift”) [1]. Wat betekent dit concreet?

Het is mogelijk dat het influenzavaccin minder dan verwacht zal beschermen tegen infectie met het H3N2-influenzavirus. Daarenboven is influenza-activiteit in Europa en de Verenigde Staten momenteel vooral te wijten aan H3N2-virussen, en minder aan H1N1-influenzavirussen of influenza B-virussen. Volgens het European Centre for Disease Control and Prevention en de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) in de Verenigde Staten zouden dit seizoen hierdoor meer gevallen van ernstige influenza kunnen optreden, maar dit is moeilijk voorspelbaar. Ten eerste biedt het vaccin dat dit seizoen wordt gegeven toch wel een gedeeltelijke bescherming tegen de momenteel circulerende H3N2-variant (kruisbescherming). Ten tweede circuleren er reeds vele jaren H3N2-varianten waardoor er al meer basisimmuniteit tegen H3N2 is opgebouwd onder de bevolking, zij het niet specifiek tegen de momenteel circulerende variant. Ten derde is in het zuidelijke halfrond (Nieuw Zeeland) het griepseizoen (mei-september 2014) – waar ook deze H3N2-variant circuleerde – reeds voorbij,  en was het daar een eerder licht griepseizoen.

De momenteel circulerende H1N1-virussen komen qua antigene eigenschappen wel goed overeen met de H1N1-component in het influenzavaccin 2014-2015. Voor de circulerende influenza B-virussen zijn er momenteel nog geen gegevens qua overeenkomst met de influenza B-viruscomponent in het vaccin.

Op basis van de hierboven vermelde gegevens blijft vaccinatie tegen influenza van de risicogroepen aanbevolen, ondanks de mismatch van het influenzavaccin voor de H3N2-component. Of we nu, meer dan anders, gebruik moeten maken van neuraminidaseremmers zoals door het CDC in de Verenigde Staten wordt gesuggereerd [2], is nog de vraag. Zoals we recent nog in de Folia van juli-augustus 2014 schreven, is het effect van de neuraminidaseremmers zeer beperkt, en werd dit jarenlang overschat.