Miconazol - orale gel

ATC: A01AB09

Daktarin
Ouderenzorg

Selecties

Infecties:

  • Orale candidose: eerste keuze bij immuuncompetente volwassenen, indien behandeling nodig is (dus enkel bij pijn en/of voedingsproblemen).

Motivatie

  • Indien behandeling nodig geacht wordt omwille van pijn of voedingsproblemen, is lokale behandeling de eerste keuze (GRADE 1B) (BAPCOC).
  • Nystatine lokaal en miconazol lokaal zijn beide effectief. Omdat miconazol een breder werkingsspectrum heeft, is het de eerste keuze.

Indicatie
Orale candidose : eerste keuze (voorwaardelijke selectie)
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.
  • ½ maatlepeltje (= 2.5ml), 4 maal per dag, na de maaltijd.
  • Voordat de orale gel wordt doorgeslikt, is het belangrijk dat deze zolang mogelijk in contact blijft met de letsels in de mond.
  • Bij gelokaliseerde letsels kan de gel op het letsel worden aangebracht met een vinger of wattenstaafje nadat de handen grondig zijn gewassen.
  • Behandeling verderzetten gedurende 1 week na het verdwijnen van de letsels.

In geval van nierfalen

  • Geen aanpassing nodig bij nierinsufficiëntie.

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Voor blijvende genezing is het belangrijk om ook de onderliggende oorzaken onder controle te houden (droge mond, medicijnen …) Deze problemen komen vaker voor bij ouderen.
  • Het is raadzaam om het kunstgebit te desinfecteren met een oplossing van chloorhexidine en cetylpyridinechloride.
  • Er zijn drie belangrijke punten om in gedachten te houden:
    • Controleer of het kunstgebit nog in goede staat is (glad oppervlak).
    • Poets het kunstgebit goed met een harde borstel (om tandplak te verwijderen) + controleer indien nodig met een tandplakindicator (vloeibaar of tablet).
    • Houd het kunstgebit 's nachts droog.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Fluconazol, mogelijk ook met itraconazol, posaconazol en voriconazol: verlenging van het QT-interval, met risico van torsades de pointes (voor de risicofactoren voor torsades de pointes in het algemeen, zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes).
  • Fluconazol: gastro-intestinale last, rash, stijging van de leverenzymen.
  • Isavuconazol: gastro-intestinale last, stijging van de leverenzymen, dyspneu, hoofdpijn, hypokaliëmie, huiduitslag, reactie ter hoogte van de injectieplaats.
  • Itraconazol: gastro-intestinale last, rash, hepatotoxiciteit, hoofdpijn, neuropathie, hartfalen.
  • Miconazol: nausea en braken, diarree bij langdurige behandeling. Verstikking door gebruik van de orale gel bij zuigelingen en jonge kinderen is gerapporteerd [zie Folia september 2012].
  • Posaconazol en voriconazol: koorts, hoofdpijn, gastro-intestinale last, stijging van de leverenzymen, perifeer oedeem, hematologische stoornissen, visusstoornissen, tromboflebitis ter hoogte van de injectieplaats.
  • Voriconazol: fotosensibilisatie (vooral bij langdurige behandeling).

Interacties

  • Toename van het effect van vitamine K-antagonisten.
  • Fluconazol (mogelijk ook itraconazol, posaconazol en voriconazol): verhoogd risico van torsades de pointes bij associëren met andere geneesmiddelen die het risico van QT-verlenging verhogen (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes).
  • Voriconazol: flucloxacilline leidt tot subtherapeutische plasmaconcentraties van voriconazol bij de helft van de patiënten.
  • Itraconazol: verminderd resorptie van itraconazol door PPI's door de veranderde maag-pH [zie Folia april 2024].
  • Fluconazol is een substraat van CYP2C9 en CYP2C19, en een inhibitor van CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.), met o.a. een toename van het effect van vitamine K-antagonisten.
  • Isavuconazol is een substraat van CYP3A4, een inhibitor van CYP3A4 en P-gp (zie Tabel Ic. in Inl.6.3. en Tabel Id. in Inl.6.3.).
  • Itraconazol is een substraat en inhibitor van CYP3A4 en van P-gp (zie Tabel Ic. in Inl.6.3. en Tabel Id. in Inl.6.3.).
  • Miconazol is een inhibitor van CYP2C9 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.) met o.a. toename van het effect van vitamine K-antagonisten.
  • Posaconazol is een inhibitor van CYP3A4 en substraat van P-gp (zie Tabel Ic. in Inl.6.3. en Tabel Id. in Inl.6.3.).
  • Voriconazol is een substraat van CYP2C19 en CYP3A4, en een inhibitor van CYP2B6, CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.), met o.a. toename van het effect van vitamine K-antagonisten.

Contra-indicaties

Prijstabel