Motivatie
MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE
- Doeltreffendheid :
- Er zijn geen gegevens over het langetermijnvoordeel van diuretica bij hartfalen, maar er is consensus dat, indien diuretica nodig zijn als symptoombehandeling van ernstige vochtretentie, dit enkel kan gebeuren als toevoeging aan een basisbehandeling met bewezen effect op lange termijn (ACE-inhibitor of bètablokker).
- Lisdiuretica hebben een groter diuretisch en natriuretisch effect dan thiaziden, maar bij ouderen moet men voorzichtig zijn en kan een thiazide de voorkeur hebben als eerstelijnsbehandeling wanneer het oedeem mild is en de nierfunctie dit toelaat (glomerulaire filtratie > 30 ml/min/1,73 m²).
- Grote gebruikservaring
- Goedkoop
| Indicatie |
Hartfalen (aanvullende therapie) |
Criteria voor de selectie | Werkzaamheid | + |
Veiligheid | +/- |
Gebruiksgemak | |
Prijs | |
Expert consensus | |
Dosering
Bij ouderen beginnen met een lage dosis en voorzichtig optitreren.
De tabletten ’s morgens nuchter innemen.
- onderhoudsdosis : 20 mg tot 40 mg 1x/d (of 40 mg om de twee dagen), in functie van de bekomen diurese.
Delen en pletten
- delen: sommige specialiteiten zijn deelbaar (zie prijzentabel)
- pletten, openen: Lasix® compr. 40 mg mogen ex tempore geplet worden (lichtgevoeligheid); Lasix P® caps, mogen niet geopend worden (vertraagde vrijstelling)
Zie ook: www.pletmedicatie.be
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN
- Verhoogd risico op symptomatische hypotensie en elektrolytenstoornissen (inclusief symptomatisch), dehydratie en hypovolemie.
- Risico op hyponatriëmie en hypokaliëmie, vooral in combinatie met andere geneesmiddelen die hyponatriëmie of hypokaliëmie kunnen veroorzaken.
- Het creatinine-, natrium- en kaliumgehalte in het serum moeten regelmatig gecontroleerd worden. De controles zijn vooral belangrijk en moeten strikt uitgevoerd worden bij patiënten met een verhoogd risico van verstoring van het elektrolytenevenwicht en bij aanzienlijk bijkomend vochtverlies (bijvoorbeeld door braken, diarree of hevige transpiratie). Er moet nagegaan worden of er geen sprake is van hypovolemie, uitdroging en een ernstige verstoring van de elektrolytenbalans en van het zuurbase-evenwicht
- Bij risico op hypovolemie (extreme hitte, braken, diarree): zorg voor voldoende hydratatie en pas zo nodig de dosering aan tijdens de acute gebeurtenis.
- Ongeacht de behandeling, is dehydratatie een globale risicofactor voor de mortaliteit en dient bijgevolg vermeden te worden bij bejaarde demente patiënten
- Bij oudere en demente patiënten is een hogere incidentie van mortaliteit waargenomen bij patiënten die werden behandeld met furosemide plus risperidon. Voorzichtigheid is geboden en de risico's en baten van deze combinatie of gelijktijdige behandeling moeten worden afgewogen.