Selecties

Dermatologie:

• Impetigo: bij beperkte impetigo, zonder algemene ziekteverschijnselen.
• Intertrigo: bij aanwijzingen voor een streptokokken- of stafylokokkeninfectie (impetiginisatie).
• Erythrasma: bij hinderlijke klachten en onvoldoende verbetering met isoconazol crème na 4 weken.

Motivatie

• Er is geen verschil in werkzaamheid tussen de verschillende topische antibiotica.
• In een Cochrane-review zijn topische fusidinezuur en mupirocine even effectief, zo niet effectiever, dan orale antibiotica bij milde vormen van impetigo.
• Fusidinezuur wordt gekozen omdat topische mupirocine wordt gereserveerd voor nasale dekolonisatie van MRSA (BAPCOC).
• Bij erythrasma is lokale behandeling met fusidinezuur na falen van lokaal miconazol voornamelijk gebaseerd op opgedane ervaring.

Dosering

Impetigo:

• Crème of zalf: 2 tot 4 maal per dag aanbrengen op de aangetaste huid na reiniging van de geïnfecteerde oppervlakte. De crème is beter geschikt dan de zalf voor de huidplooien en het gelaat.

Intertrigo:

• Zalf: 2 maal per dag aanbrengen op de aangetaste huid na reiniging van de geïnfecteerde oppervlakte.

Erythrasma:

• Crème: 3 maal per dag gedurende maximaal 14 dagen.

In geval van nierfalen

• Dosisaanpassing is niet nodig omdat systemische absorptie verwaarloosbaar is.

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• De voorzorgsmaatregelen zijn dezelfde als voor jongere patiënten.

Ongewenste effecten

• Zelden: allergische contactdermatitis, meer frequent met bacitracine dan met de andere lokale antibiotica.

Contra-indicaties

• Voor een aantal specialiteiten wordt ernstige nierinsufficiëntie in de rubriek “Contra-indicaties” van de SKP vermeld.
• Zilversulfadiazine: G6PD-deficiëntie.

Prijstabel