Selecties

Infectieziekten

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE
Acute pyelonefritis:
  • levofloxacine en ciprofloxacine worden door BAPCOC voorgesteld
  • de 2 moleculen verschillen niet wat betreft de veiligheid bij gebruik door ouderen.
  • de gebruiksfrequentie is in het voordeel van levofloxacine (1 dosis per dag tegenover 2 voor ciprofloxacine). Vanwege gebruiksgemak wordt levofloxacine geselecteerd.
Acute prostatitis en orchi-epididymitis:
  • levofloxacine en ciprofloxacine worden door BAPCOC voorgesteld voor de behandeling van acute prostatitis
  • levofloxacine wordt door BAPCOC voorgesteld voor de behandeling van orchi-epididymitis zonder vermoeden van SOA.
  • De 2 moleculen verschillen niet wat betreft de veiligheid van het gebruik bij ouderen.
  • De gebruiksfrequentie is in het voordeel van levofloxacine (1 dosis per dag tegenover 2 voor ciprofloxacine) en levofloxacine is reeds geselecteerd voor de behandeling van pyelonefritis. Omwille van deze redenen wordt levofloxacine geselecteerd.
Indicatie
Gecompliceerde urineweginfecties (acute pyelonefritis, prostatitis en orchi-epididymitis) : eerste keuze
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid +
Veiligheid
Gebruiksgemak +
Prijs
Expert
consensus
+


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

Acute pyelonefritis:

  • 500 mg per dag in 1 gift
    • Vrouwen: 7 dagen
    • Mannen: 14* à 28 dagen *Bij mannen na 14 dagen behandeling klinisch te herevalueren. Indien onvoldoende verbetering zal men de diagnose acute prostatitis heroverwegen en de behandeling verlengen tot 28 dagen
    • NB: In geval van absolute contra-indicatie is "amoxicilline +clavulaanzuur" een alternatief.
​Acute prostatitis:
  • 500 mg per dag in 1 gift gedurende 14*-28 dagen *Na 14 dagen behandeling klinisch te herevalueren en zo nodig te verlengen tot 28 dagen behandeling.
    • NB: In geval van absolute contra-indicatie is "amoxicilline +clavulaanzuur" een alternatief.

​Orchi-epididymitis:

  • 500 mg per dag in 1 gift gedurende 10 dagen
    • Bij absolute contra-indicatie dient te worden overlegd met uroloog en/of microbioloog

In geval van nierfalen

  • de startdosis blijft voor de gekozen indicaties 500 mg
  • de volgende dosissen moeten worden als volgt worden aangepast:
Creatinineklaring Dosis
Van 50 tot 20 ml/min 250 mg / 24u
Van 19 tot 10 ml/min 125 mg /24u
<10 ml/min 125 mg / 24 u

Delen en pletten

  • delen: sommige specialiteiten zijn deelbaar (zie prijstabel)
  • pletten: levofloxacine tabletten 500 mg mogen geplet worden (draag masker en handschoenen)

Zie ook: www.pletmedicatie.be

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • de nierfunctie van de patiënt controleren en in geval van nierinsufficiëntie (vanaf een GFR < 50 ml/min) de dosis aanpassen,
  • quinolongebruik bij ouderen wordt in verband gebracht met een hoger risico (dan in de algemene bevolking) op:
    • risico op peesletsels is verhoogd bij oudere patiënten vooral bij gelijktijdig gebruik van corticosteroïden (zelfs inhalatiecorticosteroïden) en bij nierinsufficiëntie,
    • verlenging van het QT-interval,
    • hypoglykemie en
    • aortadissectie.
  • een interval van ongeveer 2 uur in acht nemen tussen de inname van levofloxacine en middelen die bivalente of trivalente kationen bevatten (bijv. antacida die magnesium of aluminium bevatten en middelen die ijzer of zink bevatten) aangezien deze de absorptie van oraal toegediende levofloxacine verminderen (zie Repertorium BCFI 11.1.5 Interacties),
  • uit voorzichtigheid wordt er aanbevolen om, bij patiënten die behandeld worden met vitamine K-antagonisten, de INR te controleren binnen de 3 à 5 dagen na het starten van eender welk antibacterieel middel (zie Repertorium BCFI 11.1: Interacties).

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

Interacties

  • Zie 11.1. Antibacteriële middelen
  • Verminderde resorptie van chinolonen bij gelijktijdige inname van voedsel (o.a. melk en melkproducten) en van calcium-, magnesium-, ijzer- of aluminiumzouten. Fluorochinolonen moeten dus minstens 2 uur voor ijzer-, calcium- en magnesiumzouten of melkproducten worden toegediend.
  • Verhoogd risico van tendinitis en peesruptuur bij associëren met corticosteroïden.
  • Verhoogd risico van torsades de pointes (zeker met ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine, mogelijk ook met norfloxacine en ofloxacine) bij associëren met andere middelen die het risico van verlenging van het QT-interval verhogen (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes).
  • Verhoogd risico van convulsies bij associëren met andere geneesmiddelen die convulsies kunnen uitlokken (zie Inl.6.2.8. Convulsies en epileptische aanvallen uitgelokt door geneesmiddelen).
  • Ciprofloxacine is een inhibitor van CYP3A4 en CYP1A2, met o.a. versterkt effect van theofylline (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Contra-indicaties

  • Zwangerschap en borstvoeding.
  • Kinderen: gestoorde kraakbeenontwikkeling bij jonge proefdieren, maar geen evidentie van klinisch relevante gewrichtsletsels bij kinderen. Het risico moet afgewogen worden tegen de voordelen, bv. bij kinderen met mucoviscidose.
  • Risicofactoren voor QT-verlenging (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes), zeker voor ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine.
  • Moxifloxacine: ook ernstige leverinsufficiëntie (SKP).

Prijstabel