Selecties

cardiovasculair stelsel

• secundaire cardiovasculaire preventie (ischemische hartziekte, post-CVA, symptomatisch perifeer arterieel lijden), enkel wanneer acetylsalicylzuur gecontra-indiceerd is of niet verdragen wordt.
• post myocardinfarct: in combinatie met acetylsalicylzuur (duale antiplaatjestherapie of DAPT) gedurende een beperkte periode.
• na plaatsen van een coronaire stent: in combinatie met acetylsalicylzuur (DAPT) gedurende een beperkte periode

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

• Clopidogrel heeft in monotherapie slechts een beperkte plaats in de secundaire cardiovasculaire preventie. Het wordt vooral gebruikt wanneer acetylsalicylzuur gecontra-indiceerd is of niet verdragen wordt, maar werd niet specifiek bestudeerd in deze populaties.
• Clopidogrel, in combinatie met acetylsalicylzuur (DAPT), heeft een plaats na een myocardinfarct en na stenting voor een beperkte periode.

Dosering

Er is geen dosisaanpassing nodig bij ouderen.

• 75 mg in 1 gift.

In geval van nierfalen

• Er zijn niet veel gegevens over het gebruik van clopidogrel bij patiënten met nierinsufficiëntie. Clopidogrel dient daarom met voorzichtigheid te worden gebruikt in deze omstandigheden.

Delen en pletten

De tabletten van clopidogrel EG ®, Clopidogrel Apotex ®, en Plavix ® kunnen gedeeld en geplet worden. De substantie is lichtgevoelig en moet onmiddellijk toegediend worden.

zie ook: www.pletmedicatie.be

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• voorzichtigheid is geboden bij nierinsufficiëntie en bij laag lichaamsgewicht wegens verhoogd bloedingsrisicoInformeer,
• patiënten moeten worden geïnformeerd over het bloedingsrisico en hun arts of de tandarts moet worden gewaarschuwd over hun behandeling in geval van een chirurgische ingreep,
• het effect van clopidogrel kan verminderd zijn bij trage metaboliseerders van het CYP2C19,
• clopidogrel is niet aangewezen binnen de 7 dagen na een cerebrovasculair accident,
• voor preoperatief stoppen: zie Repertorium BCFI 2.1. Antitrombotica: Bijzondere voorzorgen.

Ongewenste effecten

• Bloeding (groter risico met prasugrel dan met clopidogrel).
• Hematologische toxiciteit, vooral met ticlopidine, minder met clopidogrel en prasugrel: beenmergdepressie (vooral neutropenie), trombotische trombocytopenische purpura.

Interacties

• Verhoogd risico van bloeding bij inname van meerdere antitrombotische middelen of bij associëren van thiënopyridines met andere middelen die bloeding kunnen veroorzaken zoals de NSAID's, de SSRI’s en de serotonine- en noradrenaline-heropnameremmers (SNRI’s).
• Clopidogrel (prodrug) is een substraat van CYP2C19, CYP3A4 en P-gp, en een inhibitor van CYP2B6 en CYP2C8 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3. en Tabel Id. in Inl.6.3.). De omzetting van clopidogrel tot zijn actieve metaboliet kan geremd worden door protonpompinhibitoren (vooral omeprazol, esomeprazol en in mindere mate lansoprazol), met vermindering van het antiaggregerend effect en verhoogd risico van cardiovasculaire events. Als het samen geven van clopidogrel met een PPI essentieel is, lijkt het voorzichtiger omeprazol en esomeprazol te vermijden.
• Ticlopidine is een substraat van CYP2C19 en CYP3A4 en een inhibitor van CYP1A2, CYP2B6 en CYP2C19 (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Contra-indicaties

• Actieve bloeding en verhoogd bloedingsrisico.
• Prasugrel: ook antecedenten van CVA of TIA.
• Ticlodipine: ook antecedenten van leukopenie, trombocytopenie, agranulocytose, trombocytopenische purpura.
• Clopidogrel, prasugrel: ook ernstige leverinsufficiëntie (SKP). Clopidogrel wordt op de website https://www.geneesmiddelenbijlevercirrose.nl als “onveilig” (te vermijden) bij levercirrose beoordeeld.

Prijstabel