Enoxaparine

ATC: B01AB05

Clexane
Ouderenzorg

Selecties

Cardiovasculair systeem:

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Effectief (literatuur niet specifiek voor ouderen).
  • Het kan worden gebruikt bij ernstige nierinsufficiëntie.
  • Gebruiksgemak: de voorgevulde spuiten van enoxaparine zijn klaar voor gebruik en moeten niet ontlucht worden.

Indicatie
Primaire preventie
van VTE
Behandeling en secundaire
preventie van diepe
veneuze thrombose (DVT)
Criteria voor de selectie Werkzaamheid + +
Veiligheid
Gebruiksgemak + +
Prijs
Expert
consensus


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

Preventief :

  • 2.000 IE (20mg) in injectie SC 1x/d, bij matig risico van trombo-embolie
  • 4.000 IE (40mg) in injectie SC 1x/d, bij hoog risico van trombo-embolie

Behandeling:

  • ofwel één* subcutane inspuiting : 150 UI/kg (1,5 mg/kg) 1x/d
  • ofwel twee** subcutane inspuitingen per dag : 100 UI/kg (1 mg/kg) 2x/d
​* bij ongecompliceerde patiënten met een laag risico op terugkerende VTE.
** bij alle andere patiënten, zoals patiënten met obesitas, met symptomatische PE, kanker, met herhaalde VTE of proximale (vena iliaca) trombose.

In geval van nierfalen

  • tot een creatinineklaring van 30 ml/min kan de gewone dosis aangehouden worden maar zorgvuldige klinische observatie van deze patiënten is raadzaam.
  • vanaf 30 tot 15 ml/min (ernstige nierinsufficiëntie) dient men de dosis aan te passen naargelang het doel van de behandeling (zie tabel hieronder)
Doseertabel voor patiënten met ernstig nierinsufficiëntie:
Indicatie Doseerschema
Primaire preventie van DVT 2000 UI (20mg) SC 1x/d
Secundaire preventie en behandeling van DVT

100 UI /kg (1mg/kg lichaamsgewicht) SC 1x/d

  • enoxaparine wordt niet aanbevolen voor patiënten met nierfalen (creatinineklaring <15 ml/min)

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • ouderen (in het bijzonder vanaf tachtig jaar) hebben mogelijk een verhoogd risico op bloedingscomplicaties bij therapeutische dosisbereiken. Een strikte klinische observatie wordt aanbevolen.
  • bij matige nierinsufficiëntie: aanpassen van de dosis en kaliemie opvolgen

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Actieve bloeding en verhoogd bloedingsrisico.
  • Heparine geïnduceerde trombocytopenie (HIT): frequent, maar geringer risico dan met niet-gefractioneerde heparines met als mogelijke gevolgen trombose en in mindere mate bloeding; ook gevallen van trombocytose werden gemeld.
  • Hyperkaliëmie (zie Inl.6.2.7. Hyperkaliëmie).
  • Tijdelijke verhoging van de leverenzymen.
  • Zelden: allergische reacties; bij langdurig gebruik (bv. zwangerschap): osteoporose en reversibele alopecie.

Interacties

  • Verhoogd risico van bloeding bij inname van meerdere antitrombotische middelen of bij associëren van heparines met laag moleculair gewicht met andere middelen die bloeding kunnen veroorzaken zoals de NSAID's, de SSRI’s en de serotonine- en noradrenaline-heropnameremmers (SNRI’s).
  • Verhoogd risico van bloeding bij associëren van heparines met laag moleculair gewicht met systemische corticosteroïden.
  • Verhoogd risico van hyperkaliëmie bij associëren met kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen, ACE-inhibitoren, sartanen en NSAID’s.
  • Verhoogd risico van vaatspasmen uitgelokt door ergotderivaten.

Contra-indicaties

  • Actieve of recente bloeding en verhoogd bloedingsrisico.
  • Toediening van therapeutische doses binnen de 24u en profylactische doses binnen de 12u voor (epi)durale of spinale procedures (verdoving, punctie).
  • Trombocytopenie en antecedenten van trombocytopenie door heparines.
  • Ernstige ongecontroleerde hypertensie.
  • Acute bacteriële endocarditis.
  • Diabetische retinopathie.
  • Nadroparine: ook ernstige nierinsufficiëntie (SKP).

Prijstabel