Moxifloxacine

ATC: J01MA14

Ouderenzorg

Selecties

VOORWAARDELIJKE SELECTIE:

Infectieziekten

  • Respiratoire infecties

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Moxifloxacine heeft in vergelijking met de andere chinolonen een betere activiteit tegen streptokokken en stafylokokken.
  • Maar het gebruik bij infecties door deze kiemen moet gezien de resistentieproblematiek en het risico van ongewenste effecten, verbonden aan het gebruik van chinolonen, worden beperkt (zie Repertorium BCFI 11.1.5). En dit zeker bij ouderen (zie Rationeel gebruik van antibiotica bij ouderen).
  • BAPCOC stelt moxifloxacine voor (wanneer een antibioticum geïndiceerd is) als alternatief in geval van penicilline-allergie bij
    • acute COPD-exacerbatie en bij
    • pneumonie.

Indicatie
Acute COPD-exacerbatie (voorwaardelijke selectie) Pneumonie: - bij penicillineallergie als alternatief voor amoxicilline
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid + +
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+ +


Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

Acute COPD-exacerbatie en pneumonie:

  • 400 mg per dag in 1 gift gedurende 5 dagen

In geval van nierfalen

  • De dosering hoeft niet te worden aangepast bij patiënten met verminderde nierfunctie.

Delen en pletten

  • pletten: pletbaar. ( Voor de zorgverleners: Het gebruik van handschoenen en mondmasker bij het pletten is nodig, om resitentie te voorkomen).
  • delen: geen breukgleuf.

Zie ook: www.pletmedicatie.be

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • quinolongebruik bij ouderen wordt in verband gebracht met een hoger risico (dan in de algemene bevolking) op
    • risico op peesletsels is verhoogd bij oudere patiënten vooral bij gelijktijdig gebruik van corticosteroïden (zelfs inhalatiecorticosteroïden) en bij nierinsufficiëntie,
    • verlenging van het QT-interval,
    • hypoglykemie en
    • aortadissectie.
  • een interval van ongeveer 6 uur in acht nemen tussen de inname van moxifloxacine en middelen die bivalente of trivalente kationen bevatten (bijv. antacida die magnesium of aluminium bevatten, en middelen die ijzer of zink bevatten) omdat deze de absorptie van moxifloxacine verminderen (zie Repertorium BCFI 11.1.5 Interacties),
  • uit voorzichtigheid wordt er aanbevolen om, bij patiënten die behandeld worden met vitamine K-antagonisten, de INR te controleren binnen de 3 à 5 dagen na het starten van eender welk antibacterieel middel (zie Repertorium BCFI 11.1: Interacties).

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

Interacties

  • Zie 11.1. Antibacteriële middelen
  • Verminderde resorptie van chinolonen bij gelijktijdige inname van voedsel (o.a. melk en melkproducten) en van calcium-, magnesium-, ijzer- of aluminiumzouten. Fluorochinolonen moeten dus minstens 2 uur voor ijzer-, calcium- en magnesiumzouten of melkproducten worden toegediend.
  • Verhoogd risico van tendinitis en peesruptuur bij associëren met corticosteroïden.
  • Verhoogd risico van torsades de pointes (zeker met ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine, mogelijk ook met norfloxacine en ofloxacine) bij associëren met andere middelen die het risico van verlenging van het QT-interval verhogen (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes).
  • Verhoogd risico van convulsies bij associëren met andere geneesmiddelen die convulsies kunnen uitlokken (zie Inl.6.2.8. Convulsies en epileptische aanvallen uitgelokt door geneesmiddelen).
  • Ciprofloxacine is een inhibitor van CYP3A4 en CYP1A2, met o.a. versterkt effect van theofylline (zie Tabel Ic. in Inl.6.3.).

Contra-indicaties

  • Zwangerschap en borstvoeding.
  • Kinderen: gestoorde kraakbeenontwikkeling bij jonge proefdieren, maar geen evidentie van klinisch relevante gewrichtsletsels bij kinderen. Het risico moet afgewogen worden tegen de voordelen, bv. bij kinderen met mucoviscidose.
  • Risicofactoren voor QT-verlenging (zie Inl.6.2.2. QT-verlenging en torsades de pointes), zeker voor ciprofloxacine, levofloxacine en moxifloxacine.
  • Moxifloxacine: ook ernstige leverinsufficiëntie (SKP).

Prijstabel