: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

Apremilast (Otezla®; hoofdstuk 12.3.2.20.), een fosfodiësterase type 4-inhibitor, is een immunomodulator met als indicatie de behandeling van psoriatische artritis en matige tot ernstige psoriasis. Naast de ongewenste effecten eigen aan de immunomodulatoren (infecties, verhoogd risico van maligniteiten), kan apremilast leiden tot gastro-intestinale stoornissen (diarree, nausea) en gewichtsverlies. Apremilast is een substraat van CYP3A4 (zie Tabel Ib in de Inleiding). Er zijn geen vergelijkende gegevens beschikbaar over de doeltreffendheid van apremilast ten opzichte van andere behandelingen van psoriasis. Gezien de nog zeer beperkte ervaring mag een behandeling met apremilast slechts overwogen worden bij onvoldoende antwoord op of  contra-indicatie voor de conventionele behandelingen bij ernstige gevallen van psoriasis en psoriatische artritis.[1]

– Siltuximab (Sylvant®; hoofdstuk 12.3.2.21.), een monoklonaal antilichaam dat interleukine-6 inhibeert, is een immunomodulator met als indicatie de behandeling van de ziekte van Castleman (zeldzame lymfoproliferatieve ziekte). Naast de ongewenste effecten eigen aan de immunomodulatoren (infecties, verhoogd risico van maligniteiten), kan siltuximab leiden tot soms ernstige allergische reacties, mondaandoeningen en huidreacties. Het gaat om een weesgeneesmiddel.[2]

– De specialiteit Inductos® (hoofdstuk 9.6.), op basis van dibotermine alfa, die gebruikt werd bij orthopedische chirurgie, is geschorst, op vraag van het Committee for Medicinal Products for Human Use(CHMP), omwille van fabricatieproblemen.

– De specialiteiten Deseril®, op basis van methysergide, en Sandomigran®, op basis van pizotifeen, die gebruikt werden bij migraineprofylaxis (hoofdstuk 10.9.2.) zijn uit de markt genomen. De plaats van deze geneesmiddelen bij migraineprofylaxis was beperkt. De β-blokkers zonder intrinsieke sympathicomimetische activiteit (vooral metoprolol en propranolol) hebben een gunstigere risico-batenverhouding en zijn bij de meeste patiënten de eerste keuze bij migraineprofylaxis. De anti-epileptica valproïnezuur en topiramaat, alsook flunarizine en amitryptiline kunnen een alternatief zijn voor migraineprofylaxis wanneer β-blokkers onvoldoende doeltreffend zijn of niet verdragen worden.

– De specialiteit Endrine® (hoofdstuk 17.3.2.2.) is uit de markt genomen; er bestaat geen specialiteit meer op basis van efedrine voor nasaal gebruik. Efedrine is nog beschikbaar in inspuitbare vorm voor de behandeling van acute hypotensie (hoofdstuk 1.9.1.).

 


[1]Australian Prescriber2015;38:177-8; DTB 2015;53:105-7

[2]La Revue Prescrire2015;35:890-5