: geneesmiddel onder aanvullende monitoring, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

 

–  Afatinib (Giotrif®; hoofdstuk 13.7.) is, zoals erlotinib en gefitinib, een proteïnekinase-inhibitor ter hoogte van de receptoren voor de epidermale groeifactor (EGFR), die voorgesteld wordt voor de behandeling van bepaalde gevallen van niet-kleincellig longcarcinoom. De voornaamste ongewenste effecten van afatinib zijn diarree, rash, paronychia, stomatitis, oogstoornissen, leverstoornissen, nierinsufficiëntie en interstitiële pneumonie.  

–   Fidaxomicine (Dificlir®; hoofdstuk 11.1.11.5.) is een antibioticum dat structureel verwant is met de macroliden. Fidaxomicine behoort tot de groep van de macrocyclische antibacteriële middelen. Het heeft een nauw werkingsspectrum en een geringe gastro-intestinale resorptie. Fidaxomicine wordt voorgesteld langs orale weg voor de behandeling van diarree door Clostridium difficile. De aanbevolen posologie bedraagt 400 mg per dag in 2 doses. De voornaamste ongewenste effecten van fidaxomicine zijn gastro-intestinale stoornissen, hoofdpijn, vertigo en leukopenie. Fidaxomicine is een substraat van P-gp (zie tabel Id in de Inleiding van het Repertorium). Indien antibacteriële behandeling nodig is bij lichte tot matig ernstige diarree door Clostridium difficile, blijft metronidazol in principe de eerste keuze [zie Folia november 2006]. Bij  ernstige vormen van diarree door Clostridium difficile of in geval van tekenen van pseudomembraneuze colitis (koorts, leukocytose, tekenen van colitis op scan of bij endoscopie), is fidaxomicine een mogelijk alternatief voor oraal vancomycine (niet beschikbaar als specialiteit in België). In de klinische studies was fidaxomicine minstens even werkzaam als vancomycine, met minder recidieven bij stoppen van de behandeling.  Er zijn echter  geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid van fidaxomicine bij zeer ernstige vormen van pseudomembraneuze colitis door de hypervirulente stam van Clostridium difficile [zie Folia september 2008] of over de werkzaamheid bij patiënten met therapiefalen of mutipele recidieven.[1]

– Een associatiepreparaat voor toediening via inhalatie op basis van fluticason (een corticosteroïd) +vilanterol (een langwerkend β2-mimeticum) (Relvar®; hoofdstuk 4.1.5.) wordt voorgesteld voor de onderhoudsbehandeling van astma en voor de onderhoudsbehandeling van matige tot zeer ernstige vormen van COPD met frequente exacerbaties. Er is geen bewijs dat deze associatie van fluticason + vilanterol doeltreffender is of beter verdragen wordt dan de andere inhalatiepreparaten op basis van een corticosteroïd + een langwerkend β2-mimeticum; de toediening van deze nieuwe associatie in één inhalatie per dag kan een voordeel zijn. Een meerwaarde van de inhalatiepreparaten op basis van een corticosteroïd + een langwerkend β2-mimeticum werd slechts bewezen bij ernstige tot zeer ernstige vormen van COPD (éénsecondewaarde < 50 %).[2]

– Macitentan (Opsumit®;hoofdstuk 1.13.1.) is, zoals ambrisentan en bosentan, een endotheline-receptorantagonist, voorgesteld voor de behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. Er is geen bewijs van meerwaarde van macitentan ten opzichte van de andere endotheline-receptorantagonisten, en hun ongewenste effecten zijn vergelijkbaar.[3]

Perampanel (Fycompa®;hoofdstuk 10.7.2.10.) is een nieuw anti-epilepticum, voorgesteld, in associatie met andere anti-epileptica, als bijkomende (“add on”)  behandeling van partiële epileptische aanvallen met of zonder secundaire veralgemening bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar. De werkzaamheid van perampanel lijkt beperkt en er zijn geen vergelijkende studies met andere anti-epileptica beschikbaar. De voornaamste ongewenste effecten van perampanel zijn vertigo, slaperigheid, coördinatiestoornissen met vooral bij ouderen risico van vallen, neurologische en psychotische stoornissen, vooral bij starten van de behandeling. Perampanel is een substraat van CYP3A4 met mogelijkheid van interacties, vooral met andere anti-epileptica. Perampanel is geen eerstekeuze-anti-epilepticum en terugbetaling door het RIZIV is slechts voorzien na falen van minstens drie andere anti-epileptica [4]

–     Selenium Aguettant® (hoofdstuk 14.1.5.) is een inspuitbare oplossing op basis van selenium, voorgesteld voor de preventie van seleniumtekort in geval van parenterale voeding of bij bewezen ernstig seleniumtekort. De seleniumserumconcentratie dient regelmatig gecontroleerd te worden om overdosering te vermijden.

Simeprevir (Olysio®; hoofdstuk 11.4.4.) en sofosbuvir (Sovaldi®; hoofdstuk 11.4.4.) zijn specifieke inhibitoren van eiwitten van het hepatitis C-virus (HCV) en worden voorgesteld in associatie met andere geneesmiddelen (bv. peginterferon αen ribavirine) voor de behandeling van chronische hepatitis C. Simeprevir en sofosbuvir maken deel uit van een reeks nieuwe specifieke antivirale middelen tegen HCV – de meeste nog in de fase van ontwikkeling – waarmee veelbelovende resultaten in termen van werkzaamheid en veiligheid werden gerapporteerd in het kader van klinische studies. Hun kostprijs  is echter zo hoog  dat men zich kan afvragen wat in de praktijk hun plaats zal zijn (zie « Behandeling van hepatitis C » in dit nummer van de Folia).

– Naar aanleiding van een beslissing van het RIZIV werden de terugbetalingsmodaliteiten van de orale mucolytica in de ambulante praktijk als volgt gewijzigd: schrapping van terugbetaling in categorie C; terugbetaling in categorie A voor de patiënten met mucoviscidose (vanaf 01/08/14 voor Acetylcysteine Mylan gran. zakjes 600 mg en Acetylcysteïne Sandoz bruiscompr. 600 mg; in de volgende maanden voor de andere specialiteiten). De terugbetalingsvoorwaarden van de inspuitbare mucolytica en de terugbetalingsvoorwaarden in hospitaalmilieu van de mucolytica worden niet gewijzigd.


[1]La Revue Prescrire 2012 ;32 :894-7 ; Australian Prescriber 2013 ; 36(4)

[2]Journal of Asthma and Allergy2014 ; 7 :77-83

 

[3]Australian Prescriber 2014 ;37 :1-2

 

[4]La Revue Prescrire 2014 ; 34 :171-5