Voor de “Recente Informatie” van december 2011, zie de rubriek “Goed om te weten” op onze website en de Folia van januari 2012.

 

: geneesmiddel met een nieuw actief bestanddeel of nieuw biologisch geneesmiddel, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

 

Boceprevir (Victrelis®; hoofdstuk 11.4.4.) is een protease-inhibitor voorgesteld voor de behandeling van chronische hepatitis C, in associatie met peginterferon αen ribavirine, bij patiënten besmet met hepatitis C-virus (HCV) genotype 1. De associatie van peginterferon en ribavirine vormt sinds meerdere jaren de standaardbehandeling van actieve chronische hepatitis C, maar  met deze associatie kan niet altijd voldoende virale eradicatie bereikt worden, vooral bij patiënten besmet met HCV genotype 1. Twee gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studies bij patiënten besmet met HCV genotype 1 toonden een grotere doeltreffendheid bij de patiënten die naast de associatie peginterferon + ribavirine ook behandeld werden met boceprevir. De voornaamste ongewenste effecten van boceprevir zijn huidreacties en hematologische afwijkingen met vooral een risico van anemie waarbij een specifieke aanpak of een vermindering van de dosis kan nodig zijn. Boceprevir is een krachtige inhibitor van CYP3A4.

– De specialiteit Xigris® op basis van dotrecogine alfa (hoofdstuk  2.1.2.6.), een variant van het humane geactiveerde proteïne C dat gebruikt werd bij de behandeling van ernstige septicemie, is van de markt teruggetrokken wegens onvoldoende bewijs van doeltreffendheid: in een recent gepubliceerde studie werd geen verschil gezien in mortaliteit t.o.v. placebo.