Selecties

Cardiovasculair stelsel:

• Bij secondaire cardiovasculaire preventie (ischemische hartziekte, post-CVA, symptomatisch perifeer arterieel lijden).
• In combinatie met clopidogrel, gedurende een bepaalde tijd:
  • Post-myocardinfarct.
  • Post-coronaire stent.
• Behandeling en secundaire preventie van VTE: bij contra-indicatie voor een anticoagulerende behandeling.

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

• Secundaire cardiovasculaire preventie: vermindering van morbiditeit en mortaliteit aangetoond in verschillende studies met een hoog niveau van bewijs (meta-analyses).
• Behandeling en preventie van VTE: alternatief in geval van contra-indicatie voor antistollingsbehandeling.
• Beroepservaring.

Dosering

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

• Tussen 75 en 100 mg 1 x/d.

In geval van nierfalen

• Gecontra-indiceerd bij patiënten met acute nierinsufficiëntie.
• Bij nierinsufficiëntie (glomerulaire filtratiesnelheid tussen 10 en 50 ml/min) moet dosisverlaging worden overwogen. Niet toedienen als de glomerulaire filtratiesnelheid lager is dan 10 ml/min.

Delen en pletten

• Delen: zie de farmaceutische vormen vermeld in het GGR naast de specialiteit (acetylsalicylzuur - maagsapresistente en niet maagsapresistente preparaten). Zie ook Intro 2.11.7 De toedieningswegen en farmaceutische vormen voor meer informatie over de gebruikte termen.
• Pletten: zie Intro 2.11.12. Pletten van een geneesmiddel. Zie ook Pletfiches (voer de naam van het molecuul in het zoekbalk in).

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• Bij laaggedoseerd acetylsalicylzuur in het kader van verhoogd cardiovasculair risico kan maagbescherming overwogen worden bij ouderen boven 80 jaar of personen met belangrijke comorbiditeit, met antecedenten van peptische ulcera of van ulcus met complicaties (bloeding, perforatie), voor zover het verwachte gastro-intestinale voordeel opweegt tegen de ongewenste effecten van een PPI op lange termijn (zie 3.1. Maag- en duodenum pathologie).
• Voorzichtigheid is geboden bij nierinsufficiëntie en bij laag lichaamsgewicht wegens verhoogd bloedingsrisico.
• Vermoedelijk verminderen sommige NSAID’s het cardioprotectieve effect van acetylsalicylzuur. Dit effect kan worden gehandhaafd door het NSAID enkele uren na het acetylsalicylzuur toe te dienen.
• Lokaal etsend effect op de maagmucosa, zelfs bij lage dosis, met soms ernstige maagbloeding; dit risico is geringer met oplosbare acetylsalicylzuurpreparaten en maagsapresistente vormen.

Ongewenste effecten

• Bloeding: ook met laaggedoseerd acetylsalicylzuur kunnen bloedingsproblemen zoals nabloeding bij tandextractie, gastro-intestinale of zelden intracraniële bloedingen optreden, soms reeds na een éénmalige dosis.
• Lokaal etsend effect op de maagmucosa, zelfs bij lage dosis, met soms ernstige maagbloeding; dit risico is geringer met oplosbare acetylsalicylzuurpreparaten en maagsapresistente vormen. Maagbescherming met een PPI wordt voorgesteld bij personen ouder dan 80 jaar en bij risicopatiënten (zie 3.1. Maag- en duodenumpathologie).
• Overgevoeligheidsreacties (bv. bronchospasme), vooral bij patiënten met astma en nasale poliepen; er is kruisovergevoeligheid met de NSAID's.
• Mogelijk risico van syndroom van Reye [zie Folia maart 2003 en Folia september 2003].

Interacties

• Verhoogd risico van bloeding, in het bijzonder gastro-intestinale bloeding, bij associëren met antitrombotische middelen, NSAID's (inclusief de COX-2-selectieve), SSRI’s of serotonine- en noradrenaline-heropnameremmers (SNRI’s).
• Verhoogd risico van gastro-intestinale letsels bij gelijktijdig gebruik van NSAID’s. Het gastro-intestinale voordeel van de COX-2-selectieve NSAID’s vermindert bij associatie met acetylsalicylzuur.
• Associëren van acetylsalicylzuur en NSAID’s (indometacine, ibuprofen, naproxen): vermoeden van verminderen van het cardioprotectief effect van acetylsalicylzuur. Bij ibuprofen zou het cardioprotectief effect van acetylsalicylzuur kunnen behouden blijven door ibuprofen enkele uren na acetylsalicylzuur toe te dienen.
• Associëren van (vooral hoge doses van) acetylsalicylzuur en methotrexaat: verhoogd risico van de ongewenste effecten van methotrexaat, vooral wanneer methotrexaat gebruikt wordt in hoge doses. Bij patiënten met normale nierfunctie op laaggedoseerd methotrexaat is het risico van verhoogde methotrexaattoxiciteit door deze interactie zeer laag.

Contra-indicaties

• Actieve bloeding en verhoogd bloedingsrisico.
• (Voorgeschiedenis van) gastro-duodenaal ulcus.
• Overgevoeligheid aan salicylaten of andere NSAID’s (kruisovergevoeligheid mogelijk).
• Kinderen onder de 12 jaar met virale infectie (vooral influenza en varicella).
• Ernstige nierinsufficiëntie, ernstige leverinsufficiëntie (hoge doses) (SKP).

Prijstabel