: geneesmiddel met een nieuw actief bestanddeel of nieuw biologisch geneesmiddel, waarvoor het melden van ongewenste effecten aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking wordt aangemoedigd.

Docosanol (Erazaban® ; hoofdstuk  15.1.4.) is een antiviraal middel voor lokaal gebruik voorgesteld als crème aan 10 % voor de behandeling van herpes labialis in een vroeg stadium. Docosanol lijkt niet doeltreffender dan aciclovir-crème voor wat betreft de duur tot het verdwijnen van de letsels en lijkt nauwelijks doeltreffender dan het aanbrengen van een hulpstof (minder dan één dag verschil). De ongewenste effecten zijn vooral reacties t.h.v. de applicatieplaats. Daarenboven kunnen sommige hulpstoffen zoals propyleenglycol en benzylalcohol in deze crème,   huidirritatie en allergische reacties  uitlokken.  Zoals de andere antivirale middelen is docosanol geen eerste keuze bij de aanpak van herpes labialis.  In verband met de plaats van antivirale middelen bij Herpes simplex-virusinfecties, zie Folia september 2008.

Ixiaro® (Hoofdstuk 12.1.1.14), een geïnactiveerd vaccin tegen Japanse encefalitis, dat reeds sedert 2009 gebruikt werd in de vaccinatiecentra, is nu gecommercialiseerd. Japanse encefalitis is een virale infectie door flavivirus die enkel via de beet van bepaalde muggen overgedragen wordt. De ziekte is endemisch in plattelandsgebieden van Oost- en Zuidoost-Azië en komt vooral voor in gebieden met rijstvelden. Het risico bij reizen naar het Verre Oosten is miniem (1/1.000.000 tot 1/5.000 per maand in functie van de reisomstandigheden), en systematische vaccinatie van reizigers wordt door het Instituut voor Tropische Geneeskunde niet aanbevolen. De meeste specialisten menen dat vaccinatie slechts aanbevolen is bij volwassenen (vanaf 18 jaar) die een reis plannen naar endemische plattelandsgebieden gedurende minstens 3 à 4 weken.  De primovaccinatie bestaat uit twee injecties met een maand interval, gevolgd door een rappelinjectie 12 tot 24 maanden na de primovaccinatie. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de noodzaak voor latere rappelinjecties. De meest frequent gerapporteerde ongewenste effecten zijn hoofdpijn en myalgie. Zoals voor malaria kunnen preventieve maatregelen tegen muggenbeten aanbevolen worden ter preventie van Japanse encefalitis. [Zie ook  www.itg.be/itg/Uploads/MedServ/njapenc.pdf

– De specialiteit  Onsenal® (hoofdstuk 9.1.1.5.) op basis van celecoxib, die sedert 2010 gecommercialiseerd is voor de behandeling van familiale adenomateuze polypose, is van de markt teruggetrokken. Dit geneesmiddel werd geregistreerd « onder uitzonderlijke omstandigheden », en het terugtrekken van deze specialiteit is te verklaren doordat  de gegevens vereist door het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) om een eventueel klinisch voordeel van celecoxib in deze indicatie te bevestigen, ontbreken.

Clometocilline (Rixapen® ; hoofdstuk 11.1.1 .1.1.), een antibioticum van de penicillinegroep, is van de markt teruggetrokken om commerciële redenen.  Penicilline V (fenoxymethylpenicilline) is een valabel alternatief op voorwaarde dat de toedieningsmodaliteiten gerespecteerd wordt: 3 innames per dag buiten de maaltijden (1 uur vóór of 2 uur na de maaltijd).

Cisapride (Prepulsid®; hoofdstuk 3.4.1.2.) is sinds eind april helemaal niet meer beschikbaar. Het gebruik van cisapride was reeds lang beperkt omwille van het risico van verlenging van het QT-interval en “torsades de pointes”.