Urgentie-anticonceptie

Urgentie-anticonceptie was reeds onderwerp van het artikel "Levonorgestrel als noodanticonceptivum" in de Folia februari 1999 Recent is door de WVVH (Wetenschappelijke Vereniging der Vlaamse Huisartsen) een consensus inzake urgentie-anticonceptie opgesteld op basis van de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Drie methoden van noodanticonceptie worden voorgesteld.

  • De klassieke "2x2-methode&quot, ook de Yuzpe-methode genoemd: ethinylestradiol 0,1 mg + levonorgestrel 0,5 mg, toegediend binnen de 72 uur na de betrekkingen en herhaald na 12 uur. Hiervoor kunnen tweemaal twee comprimés Neogynon of Stediril-d gebruikt worden.
  • De "levonorgestrel alleen-methode&quot: 0,75 mg levonorgestrel, toegediend binnen de 72 uur na de betrekkingen en herhaald na 12 uur. Volgens de resultaten van de studie besproken in de Folia februari 1999 , zou deze methode doeltreffender zijn en minder gastro-intestinale effecten veroorzaken dan de "2x2-methode". In hetzelfde artikel in de Folia werd ook geschreven dat deze methode moeilijk toepasbaar is in ons land gezien tweemaal 25 comprimés Microlut of Microval zouden moeten genomen worden. Hierbij dient wel opgemerkt dat dezelfde dosis levonorgestrel magistraal kan voorgeschreven worden (vertrekkende van de comprimés Microlut of Microval), waarbij de hoeveelheid wordt verdeeld over meerdere gelules; deze werkwijze is te verkiezen, zowel om praktische als psychologische redenen.

Naar aanleiding van de commercialisering in Frankrijk van een specialiteit op basis van 0,75 mg levonorgestrel alleen, werd recent in La Revue Prescrire 19 : 643-646(1999) een artikel gepubliceerd over deze methode van contraceptie.

In verband met deze twee hormonale methoden wijzen de auteurs er op dat urgentie-anticonceptie doeltreffender is wanneer deze vroegtijdig wordt toegediend; ze vestigen de aandacht op mogelijke interactie met enzyminductoren (b.v. anti-epileptica, rifabutine, rifampicine, griseofulvine) die het contraceptief effect kunnen verminderen [in verband met interactie met orale anticonceptiva zie Folia maart 1996]. Ze wijzen er ook op dat in geval van braken binnen de twee uur volgend op de inname, het noodzakelijk is een nieuwe comprimé in te nemen. De patiënten dienen voor de rest van de cyclus aanvullende anticonceptieve maatregelen te nemen. Vanaf de volgende cyclus dient doeltreffende anticonceptie te worden aanbevolen.

  • Het spiraaltje is een andere mogelijkheid van urgentie-anticonceptie, in het bijzonder wanneer meer dan 72 uur sinds de betrekkingen zijn verlopen. Het spiraaltje moet geplaatst worden binnen de 5 dagen volgend op de betrekkingen. Bij het plaatsen van het spiraaltje moet men bedacht zijn op het risico op genitale infectie, en, indien nodig, dient een profylactische antibiotische behandeling voorgeschreven te worden, b.v. doxycycline (100 mg tweemaal per dag gedurende 7 dagen) of azithromycine (1 g eenmalig).