Vaccins tegen kinkhoest

Er zijn twee types vaccin tegen kinkhoest beschikbaar: het klassieke, volcellige vaccin en het acellulaire vaccin; beide zijn enkel in associatie met andere vaccins ter beschikking. Het volcellige vaccin wordt bereid uit een suspensie van geïnactiveerde Bordetella pertussis-bacteriën; het acellulaire vaccin bevat 1 tot 5 gezuiverde antigenen van Bordetella pertussis.

De volcellige vaccins worden in meerdere landen reeds gedurende een vijftigtal jaar gebruikt. Dit heeft geleid tot een spectaculaire daling van de incidentie van kinkhoest, evenwel zonder volledige eliminatie. De volcellige vaccins veroorzaken echter frequent ongewenste effecten. De vraag stelt zich of de acellulaire vaccins even doeltreffend zijn als de volcellige en of ze beter worden verdragen.


Doeltreffendheid

Voor de volcellige vaccins tonen de studies een bescherming van 90 à 95%, afhankelijk van het onderzochte vaccin.

Voor de acellulaire vaccins zijn er over de graad van bescherming enkel gegevens voor de primovaccinatie: de beschermingsgraad bedroeg in geen enkele studie meer dan 85%. Dergelijke gegevens zijn niet beschikbaar voor de rappelinjecties die steeds na de leeftijd van 1 jaar worden toegediend.


Ongewenste effecten


Volcellige vaccins

  • Lokale reacties (roodheid, induratie, pijn) en koorts (38°C of meer) treden frequenter op met het difterie-tetanus-volcellig kinkhoestvaccin (37 à 51%) dan met het difterie-tetanusvaccin (7 à 10%).
  • De incidentie van koortsstuipen werd in een Zweedse studie geschat op 1 geval voor 2.200 à 6.500 kinderen die volledig werden gevaccineerd tegen kinkhoest. De koortsstuipen – die geen blijvende gevolgen hebben – lijken frequenter te zijn bij kinderen met persoonlijke of familiale antecedenten van epilepsie.
  • De incidentie van aanhoudend huilen optredend ongeveer 3 à 6 uur na de vaccinatie en met een duur van tenminste 1 uur, wordt geschat op 1 op 1.000 injecties met het volcellige vaccin.
  • Bij sommige kinderen treedt binnen de 10 uur na de vaccinatie hypotonie en hyporeactiviteit op van variabele duur (enkele minuten tot enkele uren); de incidentie wordt geschat op 1 op 1.000 injecties met het volcellige vaccin.
  • De incidentie van postvaccinale acute encefalopathie, gekenmerkt door convulsies, bewustzijnsstoornissen en hyperthermie, wordt geschat op 1 geval per 100.000 injecties met het volcellige vaccin.
  • In meerdere patiënt-controle studies kon geen verband worden aangetoond tussen vaccinatie tegen kinkhoest en plotse dood bij de zuigeling.

Acellulaire vaccins

In de studies waarin een acellulair vaccin werd vergeleken met een volcellige vaccin werd het acellulaire vaccin beter verdragen voor wat betreft koorts van meer dan 40°C, convulsies en aanhoudend huilen.


Besluit

Gezien de hogere beschermingsgraad met de volcellige vaccins lijkt het raadzaam dit vaccin te blijven gebruiken voor de primovaccinatie van de meeste kinderen; fragiele kinderen, b.v. kinderen met neonataal cerebraal lijden, worden beter gevaccineerd met het acellulaire vaccin, gezien de betere tolerantie. Omwille van de betere tolerantie kan men bij alle kinderen ook voor de rappelvaccinatie na de leeftijd van 1 jaar het acellulair vaccin gebruiken. Epidemiologisch onderzoek is noodzakelijk om na te gaan of de doeltreffendheid van de acellulaire vaccins op lange termijn voldoende is.

Naar Les vaccins acellulaires contre la coqueluche. Peut-être un peu moins efficaces mais mieux tolérés. La Revue Prescrire 19 : 691-695(1999)

Specialiteitsnamen

Volcellige vaccins tegen kinkhoest


in combinatie met difterie + tetanus: Combivax Triamer

in combinatie met difterie + tetanus + polio: Tetracoq

Acellulaire vaccins tegen kinkhoest


in combinatie met difterie + tetanus: Infanrix-DTPa

in combinatie met difterie + tetanus + polio: Tetravac

Het kinkhoestvaccin, steeds in combinatie met het vaccin tegen difterie en tetanus, kan door de arts worden aangevraagd bij de provinciale equipes van de Vlaamse Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap en de Inspections d’Hygiène van de Franse Gemeenschap. Voor de Vlaamse Gemeenschap gaat het momenteel om Combivax (met het volcellige kinkhoestvaccin) en om Infanrix-DTPa (met het acellulaire kinkhoestvaccin); dit laatste kan aangevraagd worden voor de toediening van de 4de dosis van het vaccin op de leeftijd van 13 maand. Voor de Franse Gemeenschap gaat het momenteel om Triamer (met het volcellige kinkhoestvaccin).