Spinaal of epiduraal hematoom na gebruik van heparines met laag moleculair gewicht tijdens spinale of epidurale anesthesieHet Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking werd recent op de hoogte gesteld van het optreden van een epiduraal hematoom met paralyse bij een patiënt bij wie onder epidurale anesthesie een totale knieprothese werd geplaatst. Een heparine met laag moleculair gewicht was profylactisch toegediend om diepe veneuze trombose te voorkomen. De patiënt herstelde gedeeltelijk na laminectomie, welke 10 à 12 uur na het optreden van een slappe paralyse van het linkerbeen werd uitgevoerd. Het interval tussen de toediening van het heparine met laag moleculair gewicht en de anesthesie bedroeg bij deze patiënt twee uur, terwijl in het algemeen aanbevolen wordt een interval van minimum 12 uur te respecteren. Het respecteren van dit tijdsinterval is belangrijk gezien een perimedullair hematoom belangrijke gevolgen kan hebben op neurologisch vlak, met mogelijk blijvende paralyse tot gevolg. De bijsluiters van heparines met laag moleculair gewicht in België worden momenteel geharmoniseerd, om de aandacht te vestigen op dit risico. Volgende zaken zullen worden vermeld.
Aanbevelingen om het risico van spinaal hematoom te beperken, zijn gepubliceerd in Current Opinion in Anesthesiology [12 : 539-543(1999)]. |