Bijnierschorsinsufficiëntie tijdens gebruik van inhalatiecorticosteroïden bij kinderen met astma

In de Folia werd reeds aandacht besteed aan het risico van bijnierschorsinsufficiëntie tijdens gebruik van inhalatiecorticosteroïden bij kinderen met astma [ Folia december 1997 , juli 1998 en april 2001]. Het ging daarbij o.a. om groeivertraging. In de Folia van december 1997 werd ook een kind besproken met symptomatische hypoglykemie ten gevolge van bijnierschors-insufficiëntie tijdens behandeling met hoge doses fluticasonpropionaat via aërosol (FLIXOTIDE). Recent werden in de Brit Med J [324 : 1081-1083(2002)] , 4 gelijkaardige gevallen (3 kinderen van 8 jaar, 1 kind van 4 jaar) van symptomatische hypoglykemie ten gevolge van bijnierschorsin-sufficiëntie beschreven. Hoewel de auteurs van het artikel het belang van inhalatiecorticosteroïden in de aanpak van astma niet in vraag stellen, wijzen zij op de mogelijke effecten op de bijnierschors, vooral bij hoge doses. De maximale in de bijsluiter vermelde doses worden best niet overschreden. Bij langdurig gebruik van hogere doses zijn bijzondere voorzorgsmaatregelen aangewezen: controle van de bijnierschorsfunctie, en dragen van een verwittigingskaart over mogelijke bijnierschorsinsufficiëntie bij acute situaties, zoals b.v. stress of infecties; in dat geval dient men inderdaad te denken aan corticosteroïdsupplementen (oraal of eventueel parenteraal).