Verderzetten van de vaccinatie tegen kinkhoest na optreden van hypotonie en hyporeactiviteit
In het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium (editie 2000) wordt geschreven dat bij kinderen bij wie vaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest gepaard gaat met verandering van bewustzijn en spiertonus, de vaccinatie tegen kinkhoest niet mag worden verdergezet. In een editoriaal in de Lancet werd besproken wat de ervaring is wanneer de vaccinatie wel gewoon wordt verdergezet. De auteur verwijst naar een Australische en een Nederlandse studie.
De auteur van het editoriaal merkt op dat de kinderen bij wie hypotonie en hyporeactiviteit zijn opgetreden zich verder normaal ontwikkelen, zodat het niet verwaarloosbare risico van kinkhoest moet afgewogen worden tegenover elk klein risico van heroptreden van de reactie na verdere vaccinatie. De auteur besluit dat er meer en meer evidentie is dat bij de meeste kinderen die in het verleden een dergelijke reactie hebben doorgemaakt na toediening van het vaccin difterie – tetanus - kinkhoest, het immunisatieschema gewoon kan worden voltooid [n.v.d.r.: verderzetten van de vaccinatie is wel gecontraindiceerd wanneer in het verleden een anafylactische reactie op één van de componenten is opgetreden]. Met het acellulair vaccin zijn ernstige reacties na een eerste dosis zeldzaam, en volgende doses van het acellulaire vaccin zouden veilig zijn. Hoewel de resultaten van de Nederlandse studie er op wijzen dat ook de vaccinatie met het volcellige vaccin gewoon kan worden voortgezet, raadt de auteur van het editoriaal toch aan het minder reactogene acellulaire vaccin te gebruiken. Naar M. Ramsay: Time to review policy on contraindications to vaccination. Lancet 356 : 1459-1460(2000) Nota van de redactieGezien het geringer risico van ongewenste effecten is door de Vlaamse en Franse Gemeenschappen in België geopteerd vanaf 1 januari 2001 het acellulaire kinkhoestvaccin te gebruiken voor de vaccinaties bij kinderen. Het acellulaire kinkhoestvaccin in combinatie met het vaccin tegen difterie, tetanus en polio kan door de arts worden aangevraagd bij de provinciale equipes van de Vlaamse Gemeenschap en de Inspections d’hygiène van de Franse Gemeenschap [zie ook Folia januari 2001 ]. |