Verderzetten van de vaccinatie tegen kinkhoest na optreden van hypotonie en hyporeactiviteit


Abstract

In het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium (editie 2000) staat dat bij kinderen bij wie vaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest gepaard gaat met verandering van bewustzijn en spiertonus, de vaccinatie tegen kinkhoest niet mag worden verdergezet. Volgens de auteur van een editoriaal in de Lancet kan in de meeste gevallen de vaccinatie tegen kinkhoest wel worden verdergezet, maar bij voorkeur met het acellulaire kinkhoestvaccin.

In het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium (editie 2000) wordt geschreven dat bij kinderen bij wie vaccinatie tegen difterie, tetanus en kinkhoest gepaard gaat met verandering van bewustzijn en spiertonus, de vaccinatie tegen kinkhoest niet mag worden verdergezet.

In een editoriaal in de Lancet werd besproken wat de ervaring is wanneer de vaccinatie wel gewoon wordt verdergezet.

De auteur verwijst naar een Australische en een Nederlandse studie.

  • In de Australische studie ging het om een follow-up van 110 kinderen bij wie hypotonie, hyporeactiviteit, apnoe of convulsies waren opgetreden na toediening van het vaccin tegen kinkhoest. Het verderzetten van de vaccinatie, meestal met het acellulaire vaccin tegen kinkhoest, leidde niet tot het opnieuw optreden van ongewenste effecten.
  • In de Nederlandse studie ging het om de follow-up van 105 kinderen bij wie hypotonie en hyporeactiviteit waren opgetreden na toediening van de eerste dosis van het tetravalent vaccin tegen difterie – tetanus – kinkhoest (volcellig) – polio. Bij 84 van de 105 kinderen werd de vaccinatie gewoon voortgezet, telkens met het volcellige vaccin, zonder heroptreden van het ongewenst effect.

De auteur van het editoriaal merkt op dat de kinderen bij wie hypotonie en hyporeactiviteit zijn opgetreden zich verder normaal ontwikkelen, zodat het niet verwaarloosbare risico van kinkhoest moet afgewogen worden tegenover elk klein risico van heroptreden van de reactie na verdere vaccinatie.

De auteur besluit dat er meer en meer evidentie is dat bij de meeste kinderen die in het verleden een dergelijke reactie hebben doorgemaakt na toediening van het vaccin difterie – tetanus - kinkhoest, het immunisatieschema gewoon kan worden voltooid [n.v.d.r.: verderzetten van de vaccinatie is wel gecontraindiceerd wanneer in het verleden een anafylactische reactie op één van de componenten is opgetreden]. Met het acellulair vaccin zijn ernstige reacties na een eerste dosis zeldzaam, en volgende doses van het acellulaire vaccin zouden veilig zijn. Hoewel de resultaten van de Nederlandse studie er op wijzen dat ook de vaccinatie met het volcellige vaccin gewoon kan worden voortgezet, raadt de auteur van het editoriaal toch aan het minder reactogene acellulaire vaccin te gebruiken.

Naar M. Ramsay: Time to review policy on contraindications to vaccination. Lancet 356 : 1459-1460(2000)

Nota van de redactie

Gezien het geringer risico van ongewenste effecten is door de Vlaamse en Franse Gemeenschappen in België geopteerd vanaf 1 januari 2001 het acellulaire kinkhoestvaccin te gebruiken voor de vaccinaties bij kinderen. Het acellulaire kinkhoestvaccin in combinatie met het vaccin tegen difterie, tetanus en polio kan door de arts worden aangevraagd bij de provinciale equipes van de Vlaamse Gemeenschap en de Inspections d’hygiène van de Franse Gemeenschap [zie ook Folia januari 2001 ].