Post-marketing ervaring met rofecoxib en celecoxibRofecoxib (VIOXX) en celecoxib (CELEBREX) zijn COX-2-selectieve niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca (NSAIF’s) [zie ook Folia juli 2000 en maart 2001]. In gerandomiseerde studies is met deze NSAIF’s een daling van het risico van gastroduodenale ulcera met complicaties gevonden t.o.v. de klassieke NSAIF’s, maar over de risico’s in "real life"-omstandigheden is weinig bekend. Rapportering van ongewenste effecten door artsen of apothekers aan het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking of de registratiehouder is belangrijk om dergelijke gegevens te verzamelen. Hierna volgt een overzicht van de informatie verzameld bij het Centrum voor Geneesmiddelenbewaking sedert commercialisering van deze middelen. Enkel de ongewenste effecten gemeld vóór 1 mei 2001, waarvan het causaal verband werd beoordeeld als "mogelijk" of "waarschijnlijk", worden besproken.
Spontane meldingen laten uiteraard niet toe een uitspraak te doen over de incidentie van deze ongewenste effecten (o.a. omwille van onderrapportering). Ook kunnen de gegevens met rofecoxib en celecoxib niet onderling of met de klassieke NSAIF’s vergeleken worden. In een belangrijk aantal meldingen gaat het om bejaarden. Het is niet duidelijk of dit betekent dat COX-2-selectieve NSAIF’s preferentieel zijn voorgeschreven in deze leeftijdsgroep, hopend op een beter veiligheidsprofiel, of dat vooral bij bejaarden het risico van ongewenste effecten met NSAIF’s hoog is. In ieder geval blijven de voorzorgen en contra-indicaties van de NSAIF’s in het algemeen, van toepassing op de COX-2-selectieve NSAIF’s. Dit is ook de mening van de Amerikaanse Food and Drug Administration die nog recent weigerde de waarschuwingen in verband met ulcera in de bijsluiters van de geneesmiddelen op basis van rofecoxib en celecoxib te versoepelen [ Brit Med J 322 : 385(2000)]. * zie ook artikel "De COX 2-selectieve NSAIF’s en de nier" elders in dit nummer |