Ongewenste effecten van de vaccins tegen meningokok serogroep CIn dit artikel wordt het risicoprofiel van de monovalente vaccins tegen meningokok serogroep C (MENINGITEC, MENJUGATE, NEISVAC-C) besproken. Elders in dit nummer wordt aandacht besteed aan andere aspecten van vaccinatie tegen meningokok serogroep C, en aan profylaxis van bacteriële meningitis in het algemeen. In 1999-2000 werden massale vaccinatiecampagnes tegen meningokok serogroep C gevoerd in het Verenigd Koninkrijk (iedereen jonger dan 18 jaar) en Spanje (bepaalde leeftijdsgroepen). In Curr Probl Pharmacovigilance [26 : 14(2000)], en op de website van het Medicines Control Agency [ http://www.mca.gov.uk ] worden de ongewenste effecten besproken die in het Verenigd Koninkrijk tijdens de campagne werden gerapporteerd aan het geneesmiddelenbewakingscentrum. Meest frequent waren duizeligheid, koorts, hoofdpijn, nausea, braken en syncope (vasovagale reactie). Symptomen van meningitis (pseudo-meningitis of meningisme) zoals nekstijfheid en fotofobie zijn eveneens gerapporteerd (< 1 geval op 1.000.000 doses). Gezien het niet gaat om een levend vaccin, kan dit geen infectieuze meningitis zijn; er wordt in het artikel wel aanbevolen, ook in de periode na vaccinatie, alert te blijven voor de mogelijkheid van toevallig gelijktijdig optredende infectieuze meningitis. Zelden werden anafylactische reacties (1 op 500.000 doses) en convulsies (1 op 100.000 doses) gerapporteerd. De ervaring in het Verenigd Koninkrijk komt goed overeen met deze in Spanje ( http://www.fitec.ull.es/docs/17jul00.htm ); in het Spaanse document is ook sprake van enkele meldingen van gehoor-en gezichtsstoornissen en van paresthesieën. Het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking ontving sinds de commercialisering van de monovalente vaccins tegen meningokok serogroep C, tot februari 2002, 21 meldingen van ongewenste effecten waarvoor een causaal verband wordt vermoed. De meeste gerapporteerde ongewenste effecten zijn bekend: rash (n=2), spierpijn (n=1), lokale reactie ter hoogte van de injectieplaats (n=3), syncope/vasovagale reactie (n=3). Het Centrum ontving 10 meldingen van meningisme (leeftijd 5 tot 20 jaar). De belangrijkste symptomen waren koorts, hoofdpijn, nekstijfheid, fotofobie, nausea en braken; zelden traden ook vertigo, spierstijfheid/spierpijn en hypersomnie op. Bij één van de 10 patiënten, een 7-jarig meisje, trad ook partieel perceptieverlies in beide oren op, dat maar traag reversibel was (volledig herstel ongeveer 8 maand na de vaccinatie). Het tijdsinterval tussen de vaccinatie en het optreden van de eerste symptomen van meningisme varieerde van 4 uur tot 5 dagen. Voor 7 patiënten weten we dat ze volledig herstelden. Het Centrum ontving ook melding van trombopenische purpura bij 2 kinderen (3 jaar, 11 jaar), van laryngospasme, 8 uur na vaccinatie (bij een 8-jarige jongen), en van faciale paralyse (bij een 11-jarige jongen). |