Proteïne C

Recent is een concentraat van proteïne C , een bloedderivaat, onder vorm van een specialiteit voor parenterale toediening (CEPROTIN), beschikbaar gekomen voor behandeling en preventie van trombotische complicaties te wijten aan proteïne C-deficiëntie. Congenitale deficiëntie aan proteïne C, kwantitatief of kwalitatief, gaat gepaard met een verhoogd risico van veneuze trombose. Ernstig tekort aan proteïne C is zeldzaam, en vertaalt zich als ernstige problemen bij de pasgeborene. Toediening van proteïne C is enkel aangewezen bij ernstig tekort ervan, en de kostprijs is hoog. Anafylactische reacties en bloedingen zijn beschreven, en zoals met alle bloedderivaten, bestaat er risico van overdracht van infecties [ La Revue Prescrire 22 : 658-659(2002) ]. Deficiëntie aan proteïne C moet onderscheiden worden van resistentie tegen geactiveerd proteïne C, een stoornis die veel frequenter is, te wijten is aan een mutatie ("factor V-Leiden&quot) ter hoogte van de coagulatiefactor V, en eveneens gepaard gaat met een verhoogd risico van trombose.