Fouten bij intrathecale of epidurale toediening van geneesmiddelen

In een artikel in La Revue Prescrire [23 : 591-602(2003)] wordt aandacht besteed aan de mogelijke fouten bij intrathecale of epidurale toediening van geneesmiddelen. Zoals bij gelijk welke toedieningsweg, zijn ook hier fouten mogelijk, zoals foute dosis (b.v. ten gevolge van een defect aan de infusiepomp), toediening van een geneesmiddel dat niet intrathecaal of epiduraal mag worden toegediend (b.v. ionische joodhoudende contraststoffen die, in tegenstelling tot de niet-ionische, niet intrathecaal mogen toegediend worden), verwarring tussen het systeem voor intraveneuze toediening en dat voor intrathecale of epidurale toediening dat er dicht bij gesitueerd is (gerapporteerd voor b.v. vincristine dat intrathecaal in plaats van intraveneus werd toegediend). Dergelijke fouten, hoewel zeldzaam, leiden vaak tot ernstige en irreversibele ongewenste effecten, die zelfs fataal kunnen zijn.

In het hierboven geciteerde artikel worden een aantal maatregelen aangereikt om het risico van fouten bij intrathecale of epidurale toediening te verminderen, vooral de vergissingen die optreden in het distributiecircuit.

  • De distributiecircuits van geneesmiddelen voor intraveneuze toediening enerzijds, en voor intrathecale of epidurale toediening anderzijds, scheiden in tijd en ruimte tot de verzorgingsruimte.
  • De geneesmiddelen voor intrathecale of epidurale toediening pas op het laatste moment afleveren.
  • Geneesmiddelen die bestemd zijn voor intraveneuze toediening, en geneesmiddelen die bestemd zijn voor intrathecale of epidurale toediening, niet op hetzelfde ogenblik toedienen.