Hormonale substitutietherapie en de "CORE SPC”In de Folia werd reeds meerdere malen aandacht besteed aan de risico’s en de baten van hormonale substitutietherapie (HST) [ Folia januari, juli, septemberen november 1998, november 2002 , oktober 2003 ]. Ook werd aandacht besteed aan de mogelijke alternatieven voor HST bij diens klassieke indicaties: menopauzale klachten [ Folia maart 2004 ] en osteoporose [ Folia augustus 2004 ]. Recent werden op Europees niveau, n.a.v. de recente inzichten in de risico’s van HST, een gemeenschappelijke bijsluiter voor de specialiteiten voor hormonale substitutietherapie bij postmenopauzale vrouwen, goedgekeurd. Dit is de zogenaamde " CORE SPC " (SPC is "Summary of Product Characteristics"). Voor België betekent dit dat de wetenschappelijke bijsluiters en de bijsluiters voor het publiek van alle beschikbare preparaten voor HST, zullen worden aangepast in functie van die CORE SPC. Behandeling van menopauzale klachten blijft wel een mogelijke indicatie voor deze producten. Wat osteoporose betreft, wordt de indicatie beperkt tot preventie van osteoporose bij postmenopauzale vouwen met hoog risico van fracturen, wanneer de andere geneesmiddelen niet verdragen worden of gecontra-indiceerd zijn. |