Urineretentie na gebruik van metoclopramide en domperidon omwille van acute gastro-enteritis

De ongewenste effecten van metoclopramide en domperidon zijn vooral extrapiramidale reacties en hyperprolactinemie, met b.v. galactorree. Recent werd in het Ned Tijdschr Geneeskd ] 2005; 149: 1472-74] de aandacht gevestigd op het optreden, bij twee kinderen, van urineretentie mogelijk veroorzaakt door deze middelen. Omwille van acute gastro-enteritis was het ene kind (2 jaar) behandeld met domperidon rectaal (60 mg p.d. in 2 giften ged. 2 dagen), het andere kind (4 jaar) met metoclopramide per os (9 mg p.d. in 3 giften ged. 1 dag). De kinderen plasten weinig: bij klinisch onderzoek werd urineretentie vastgesteld. Na het inbrengen van een blaaskatheter en het aflopen van de urine (290 ml bij het ene kind, 490 ml bij het andere kind) herstelden beide kinderen. Ook bij het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking was er recent een melding van urineretentie bij een kindje van 3,5 jaar dat omwille van acute gastro-enteritis meerdere dagen domperidon had gekregen (dosis en behandelingsduur onbekend). Na blaassondage, met aflopen van ongeveer 500 ml urine, was het kind hersteld.

Bij deze kinderen kon geen andere oorzaak voor de urineretentie worden gevonden dan de anti-emetica. De toegediende doses bij de kinderen besproken in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, zijn wel aan de hoge kant. Urineretentie door metoclopramide en domperidon is zo goed als niet beschreven. Naast het hierboven vermelde artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde vonden we in de literatuur slechts melding van één kindje met urineretentie na toediening van metoclopramide via infuus. In de databank van spontaan gerapporteerde ongewenste effecten, die beheerd wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie, zijn er eveneens enkele rapporten van urineretentie door deze middelen. In een bijbehorend commentaar in het Ned Tijdschr Geneeskd [2005; 149: 1437] wordt gesteld dat er geen plaats is voor anti-emetica bij kinderen met gastro-enteritis: enerzijds zijn er de ongewenste effecten, anderzijds ontbreken de bewijzen van doeltreffendheid. In het artikel over de aanpak van acute diarree verschenen in de Folia van augustus 2005, stelden we dat het niet vaststaat of toediening van anti-emetica zinvol is indien het kind tijdens behandeling met orale rehydratie-oplossing, moet braken. Bij braken is het vooral van belang de orale rehydratie-oplossing frequent in kleine hoeveelheden tegelijk toe te dienen (lepeltje per lepeltje).