Inname van geneesmiddelen tijdens de Ramadan

Op 24 september 2006 start voor de moslims de jaarlijkse Ramadan, een maand van vasten van zonsopgang tot zonsondergang. Kinderen tot de puberteit, en personen voor wiens gezondheid vasten schadelijk zou kunnen zijn (bv. zwangere vrouwen, tijdelijk zieken, chronisch zieken zoals diabetici), zijn vrijgesteld van vasten. Velen zullen er uit geloofsovertuiging voor kiezen om toch te vasten. Het is in dat geval belangrijk dat de arts met de patiënt bespreekt in hoeverre dit problemen zou kunnen stellen in verband met zijn gezondheid.

Wanneer de patiënt de vastenregel strikt wenst te volgen en dus geen orale medicatie wenst in te nemen tussen zonsopgang en zonsondergang, moet hij begrijpen dat dit problemen kan stellen voor geneesmiddelen die meerdere malen daags moeten worden ingenomen. Het overslaan van een dosis of het veranderen van het tijdstip van inname kan leiden tot vermindering in het therapeutisch effect of het optreden van ongewenste effecten, zeker wanneer het een geneesmiddel met een nauwe therapeutisch-toxische grens betreft; problemen zijn beschreven met bv. anti-epileptica en bronchodilatoren. Soms kan men overschakelen op minder frequente toediening, bv. met gebruik van een preparaat met vertraagde vrijstelling. Ook moet er aandacht zijn voor de mogelijkheid dat de concentraties in het organisme, en dus het therapeutisch effect, veranderen doordat de relatie van inname ten opzichte van de maaltijden wordt veranderd; dit is bv. belangrijk voor bisfosfonaten die nuchter moeten worden ingenomen.

Het respecteren van de Ramadan stelt dikwijls problemen in verband met hypoglykemie of hyperglykemie bij diabetespatiënten. Zeker aan patiënten met type 1-diabetes, patiënten met (dreigende) diabetescomplicaties, instabiele of slecht gecontroleerde diabetes en zwangere vrouwen met diabetes, moet daarom worden afgeraden te vasten. Wanneer diabetici toch wensen te vasten, is het belangrijk dat de glykemie regelmatig wordt gecontroleerd, en dat het dosisschema van de antidiabetische middelen wordt geherevalueerd. Het is moeilijk eenduidige richtlijnen te geven omtrent eventuele dosisaanpassingen. Metformine en de glitazonen kunnen vaak als voorheen verdergezet worden; voor metformine kan bij sommigen de weggevallen middagdosis gecompenseerd worden door een ietwat hogere avonddosis; voor de glitazonen kan de dagdosis bv. in één gift ’s avonds worden genomen. Sulfamiden en gliniden veroorzaken frequenter hypoglykemie, en de dosis dient meestal te worden verlaagd; anderzijds kan het, in functie van de omvang van de maaltijd (vaak wordt na zonsondergang een zeer copieuze maaltijd genomen), soms noodzakelijk zijn de avonddosis te verhogen. Patiënten behandeld met insuline dienen overdag de "voor-de-maaltijd"-insulines weg te laten of te reduceren, met aanpassing van hun traagwerkende insulines ter compensatie.


Enkele referenties

  • Aadil N, Houti IE en Moussamith S.: Drug intake during Ramadan. Brit Med J 2004; 329: 778-82
  • Al-Arouj M, Bouguerra R, Buse J, Hafez S, Hassanein M, MA Ibrahim et al.: Recommendations for management of diabetes during Ramadan. Diabetes Care 2005; 28: 2305-11
  • Lezersbrief in Diabetes Care 2006; 29: 744-6
  • Anoniem.: Matching diabetes treatment and lifestyle. Drug Ther Bull 2005; 43: 73-77
  • Crosby SS, Rourke EJ en Warfa MA.: Fasting and medical issues during Ramadan (Letters). JAMA 2005; 294: 1618
  • Commentaar in JAMA 2006; 295: 498