Geneesmiddelenbewaking: speekselvloed door geneesmiddelen

Speekselvloed wordt veroorzaakt door verhoogde productie van speeksel (bv. bij buccale problemen zoals pijn of ontsteking, bij gastritis of ulcera) of door verminderde afvoer van speeksel (bv. bij bepaalde vormen van de ziekte van Parkinson, bij een epileptische aanval, bij neuromusculaire aandoeningen van de kauw- en slikspieren). Speekselvloed leidt soms tot stigmatisatie, en kan aanleiding geven tot ernstige problemen zoals verslikken en aspiratie-pneumonie. Ook geneesmiddelen kunnen speekselvloed veroorzaken.

  • Geneesmiddelen met sedatief effect verminderen de slikreflex. Het gaat o.a. om benzodiazepines en aanverwante middelen (meerdere gevallen van aspiratie-pneumonie zijn beschreven bij kinderen behandeld met nitrazepam), lithium, bepaalde anti-epileptica zoals tiagabine, bepaalde anesthetica zoals ketamine, bepaalde antipsychotica (zie hieronder).
  • Geneesmiddelen met cholinerge eigenschappen verhogen de speekselproductie. Het gaat om de cholinesterase-inhibitoren pyridostigmine en neostigmine, de cholinesterase-inhibitoren gebuikt bij de ziekte van Alzheimer (donepezil, galantamine, rivastigmine) en pilocarpine (ook wanneer toegediend via het oog).
  • Een aantal antipsychotica verhogen de speekselproductie en veroorzaken daarenboven slikstoornissen. Het gaat vooral om clozapine. Ook met risperidon en olanzapine zijn gevallen gerapporteerd.

Bij verminderen van de dosis van het geneesmiddel of stoppen van het geneesmiddel verdwijnt de speekselvloed. [ La Revue Prescrire 2009; 29: 23-5]