Flash: profylactische medicatie bij spanningshoofdpijn

Uit een recent systematisch overzicht van gerandomiseerde studies (n=44; gemiddelde duur van de studies 12,8 weken) blijkt dat er weinig evidentie is waarop men zich kan steunen bij de keuze van profylactische medicatie bij spanningshoofdpijn [ Fam Pract 2010; 27: 151- 65 ; Ned Tijdschr Geneeskd 2010; 154: 1268-73 ]. Spanningshoofdpijn is de meest frequent optredende vorm van hoofdpijn; de pijn is meestal mild tot matig, drukkend, niet-kloppend en bilateraal, en verergert niet bij fysieke inspanning. Wanneer er minstens 15 dagen per maand hoofdpijn optreedt gedurende minstens 6 maanden, spreekt men van chronische spanningshoofdpijn. De antidepressiva (vooral amitriptyline) zijn het best onderzocht, maar er was geen duidelijke evidentie van een bijkomend effect op de pijn (intensiteit, frequentie, duur) of het analgeticagebruik vergeleken met placebo. Voor de andere geneesmiddelen die werden onderzocht (tizanidine, benzodiazepines, buspiron, clonidine, propranolol, nifedipine) was de evidentie ofwel tegenstrijdig ofwel zeer beperkt. De auteurs van Clin Evid [2009; 7: 1205] komen tot een gelijkaardige conclusie. Eveneens in verband met de medicamenteuze aanpak van spanningshoofdpijn, komen de auteurs van het artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde tot de conclusie dat paracetamol en NSAID’s op korte termijn werkzaam zijn bij acute aanvallen. Toch dient opgemerkt dat het gebruik van analgetica best beperkt blijft: langdurig, regelmatig gebruik van analgetica kan immers leiden tot een toename van de hoofdpijnklachten, met ontstaan van “analgetica-geïnduceerde hoofdpijn” [zie ook Folia februari 2006 ].