Rationeel gebruik van antibiotica bij acute luchtweginfecties in de eerste lijn: een update
Het rationele gebruik van antibiotica bij acute luchtweginfecties in de eerste lijn werd besproken in een themanummer in de Folia van oktober 2004 en wordt sindsdien elk jaar geüpdatet. In dit artikel worden enkele aanvullingen gegeven; deze wijzigen de tot nu toe gepubliceerde basisaanbevelingen niet. Acute middenoorontsteking
De keuze van het antibioticum (amoxicilline + clavulaanzuur) in deze studies wordt niet gemotiveerd door de auteurs. Het associëren van clavulaanzuur aan amoxicilline biedt geen bijkomende bescherming tegen de pneumokok, de potentieel meest gevaarlijke kiem bij AMO. Daarenboven kunnen, omwille van verschillen in resistentieprofiel, de resultaten van deze Amerikaanse en Finse studies niet geëxtrapoleerd worden naar de Belgische situatie. Evenmin werden de langetermijneffecten, in het bijzonder de frequentie van recidieven van AMO na stoppen van de antibiotica, geëvalueerd. Deze recente gegevens wijzigen de BAPCOC-aanbevelingen niet: voor de beperkte groep kinderen waarbij antibiotica aangewezen zijn, is amoxicilline (75 à 100 mg/kg/ dag) gedurende 5 à 7 dagen de eerste keuze; de associatie amoxicilline + clavulaanzuur moet voorbehouden blijven voor het geval er geen verbetering optreedt met amoxicilline alleen binnen de 3 dagen [zie Folia oktober 2009 ]. FaryngitisWanneer een antibioticabehandeling aangewezen is bij acute faryngitis, d.w.z. in ernstige gevallen (zeer slechte algemene toestand) of bij risicopatiënten (bv. antecedenten van acuut gewrichtsreuma, immuundepressie, valvulopathie), is clometocilline (Rixapen®) een van de eerstekeuzemiddelen. Clometocilline werd echter in mei 2011 van de markt teruggetrokken, blijkbaar omwille van commerciële redenen [zie Folia juli 2011 ]. Penicilline V (synoniem fenoxymethylpenicilline) is een alternatief maar de toedieningsmodaliteiten moeten gerespecteerd worden: bij de volwassene, 3.000.000 IE per dag. in 3 giften; bij het kind 50.000 IE/kg/dag in 3 of 4 giften, liefst buiten de maaltijd [zie Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium]. Fenoxymethylpenicilline is beschikbaar in comprimés (Peni-Oral®) maar kan ook in siroopvorm voorgeschreven worden [zie Therapeutisch Magistraal Formularium via www.fagg-afmps.be/nl/MENSELIJK_gebruik/geneesmiddelen/geneesmiddelen/distributie_aflevering/Therapeutisch_Magistraal_Formularium of het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium voor de volledige formule]. Wanneer penicilline V niet beschikbaar is of bij allergie aan penicilline (niet IgE-gemedieerd), kan een cefalosporine van de eerste groep overwogen worden; bij IgE-gemedieerde allergie kan een neomacrolide overwogen worden. Banale verkoudheidEen banale verkoudheid is een weinig ernstige virale aandoening, waar antibiotica geen plaats hebben. Volgens de Food and Drug Administration in de Verenigde Staten zijn tal van geneesmiddelen die worden voorgesteld bij banale verkoudheid (preparaten op basis van antitussiva, antihistaminica, vasoconstrictoren en expectorantia) evenmin gerechtvaardigd, zeker niet bij kinderen jonger dan 2 jaar [zie Folia maart 2008 ]. De antitussiva zijn daarenboven gecontraindiceerd bij kinderen jonger dan 6 jaar, en ze zijn af te raden bij kinderen tussen 6 en 12 jaar.
“Community acquired” pneumonieMen is het erover eens dat onmiddellijke behandeling met antibiotica steeds noodzakelijk is bij “community acquired” pneumonie [zie Folia oktober 2010 voor de keuze van het antibioticum]. In hoeverre toevoegen van glucocorticoïden de evolutie van de ziekte kan beïnvloeden werd onderzocht in een recente gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie bij 304 immuuncompetente patiënten met “community acquired” pneumonie die geen opname in een intensivecareafdeling vereiste. Door toediening van dexamethason (5 mg p.d. intraveneus gedurende 4 dagen van bij de opname) kon de duur van de opname met 13% verkort worden (p=0,048) maar er was geen effect op de secundaire eindpunten, met name mortaliteit, aantal opnames in een intensivecareafdeling, pulmonaire complicaties, aantal heropnames in het ziekenhuis binnen de 30 dagen [ Lancet 2011; 377: 2023-30 (doi:10.1016/S0140- 6736(11)60607-7)]. Dit voordeel moet afgewogen worden tegen het risico van ongewenste effecten van glucocorticoïden zoals hyperglykemie, hypertensie en surinfectie. De studie was daarenboven onderwerp van kritiek in verband met de methodologie en de analyse van de resultaten [ Lancet 2011; 378: 979-81 (doi:10.1016/S0140-6736(11)61440-2 en 61439-6)]. Op dit ogenblik zijn de gegevens onvoldoende duidelijk om de risico-batenverhouding van glucocorticoïden in deze indicatie te bepalen. Seizoensgebonden influenzaVoor de preventie en behandeling van influenza verwijzen we naar de Folia van februari 2010 (neuraminidase-inhibitoren) en augustus 2011 (vaccinatie). We herinneren eraan dat de plaats van de neuraminidase-inhibitoren bij seizoensgebonden influenza beperkt is. Het preventief effect is enkel bewezen bij blootstelling aan door laboratoriumonderzoek bevestigde influenza. Ze hebben slechts een effect op de symptomen van influenza indien ze ingenomen worden binnen de 48 uur na het optreden van de symptomen; een effect op het voorkómen van complicaties van influenza is onvoldoende bewezen. Exacerbatie van COPDDe aanpak van exacerbaties van COPD in de ambulante praktijk was onderwerp van een artikel in de Folia van oktober 2010 . Er bestaat reeds lang interesse voor het gebruik van antibiotica ter preventie van exacerbaties. In een recente gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie werd het effect onderzocht van azithromycine (250 mg p.d. gedurende 1 jaar) in de preventie van exacerbaties van COPD. De resultaten tonen een statistisch significante daling van het aantal exacerbaties in de behandelde groep (1,48 exacerbaties per patiëntjaar versus 1,83 exacerbaties per patiëntjaar). De levenskwaliteit was eveneens verbeterd, maar dit effect was klinisch niet significant. De interpretatie van deze resultaten moet genuanceerd worden gezien het signaal van auditieve ongewenste effecten dat in deze studie gevonden werd, de onzekerheid over een effect langer dan één jaar en het belangrijke risico van resistentie-ontwikkeling. Er dient ook vermeld dat deze resultaten, bekomen in de Verenigde Staten, niet kunnen geëxtrapoleerd worden naar de Belgische situatie waar het resistentieprofiel verschillend is. [ N Engl J Med 2011; 365: 689-98 (doi:10.1056/NEJMoa1104623)] |