Omega-3-vetzuren en cardiovasculaire preventie: feit of fictie?
In de artikels over omega-3-vetzuren (bv. docosahexa-eenzuur of DHA, eicosapenta-eenzuur of EPA) in de Folia van februari 2010 en maart 2011 was de conclusie dat er enige evidentie is van een beperkt gunstig effect op de cardiovasculaire morbiditeit en/of mortaliteit bij patiënten die recent (d.w.z. binnen de laatste 3 maanden) een myocardinfarct hebben doorgemaakt en bij patiënten met chronisch hartfalen, maar dat er veel onzekerheden bleven bestaan; bij personen zonder recent infarct of zonder hartfalen was er te weinig evidentie om het gebruik van omega-3-vetzuur-supplementen aan te moedigen. Naar aanleiding van het verschijnen van recente gegevens lijkt het nuttig deze conclusies opnieuw te evalueren. In het afgelopen jaar verschenen drie meta-analyses over het gebruik van omega-3-vetzuren in de cardiovasculaire preventie. De studies opgenomen in deze meta-analyses gebeurden voornamelijk in het kader van secundaire cardiovasculaire preventie, dus bij personen met cardiovasculaire antecedenten; de gemiddelde studieduur bedroeg 2 jaar. Omega-3-vetzuren werden toegediend als voedingssupplement in een gemiddelde dosis van 1,5 g/dag. Beperkingen van de meta-analyses zijn o. a. de korte studieduur en de heterogeniteit qua onderzoekspopulatie (personen met verschillend cardiovasculair risico, gebruik van statines in de nieuwere, maar niet in de oudere studies).
Na de publicatie van deze meta-analyses verscheen recent een grote placebogecontroleerde studie over omega-3 vetzuren in primaire preventie. Bij personen met meerdere cardiovasculaire risicofactoren, maar zonder antecedenten van myocardinfarct, werd op de cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit geen effect gevonden van een omega-3-vetzuur-supplement 1 g/dag gedurende 5 jaar. [ N Engl J Med 2013; 368: 1800-8 (doi:10.1056/NEJMoa1205409)]. De beperkte winst vastgesteld in enkele oudere studies, wordt dus door deze nieuwe gegevens ernstig in vraag gesteld. Op basis van de momenteel beschikbare evidentie kan men concluderen dat er geen plaats is voor omega-3-vetzuur-supplementen, noch in secundaire, noch in primaire cardiovasculaire preventie. Momenteel zijn een aantal grote studies hieromtrent lopend; bij het verschijnen ervan zal de evidentie opnieuw geëvalueerd worden. |