Corticosteroïden en neuropsychiatrische ongewenste effecten

Volgens de auteurs van een recente studie dient men bedacht te zijn op gedragsveranderingen bij patiënten behandeld met corticosteroïden, en is het belangrijk de patiënt en zijn familie hiervan op de hoogte te brengen [ Am J Psychiatry 2012; 169: 491-7 (doi:10.1176/appi.ajp.2011.11071009)]. Euforie, agitatie, slapeloosheid en psychotische reacties zijn bekende ongewenste effecten van de corticosteroïden [zie Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium]. In deze studie werd de incidentie van een aantal neuropsychiatrische ongewenste effecten tijdens behandeling met orale corticosteroïden geëvalueerd op basis van geanonimiseerde registratiegegevens van patiënten in het Verenigd Koninkrijk die in de ambulante praktijk gevolgd werden tussen 1990 en 2008. Bij deze patiënten bedroeg de incidentie van ernstige neuropsychiatrische effecten 22,2 gevallen per 100 personen per behandelingsjaar. De patiënten die behandeld werden met corticosteroïden hadden een 7 maal hoger risico van zelfmoord of zelfmoordpoging, en een 4 tot 5 maal hoger risico van manie, delirium, verwardheid of desoriëntatie, in vergelijking met personen die niet behandeld werden met corticosteroïden; het risico van depressie was bijna verdubbeld, en het risico van paniekstoornis was met ongeveer de helft verhoogd. Het risico van neuropsychiatrische ongewenste effecten was hoger bij gebruik van hoge doses corticosteroïden (bv. > 40 mg prednisolon per dag of een equivalent ervan) en bij antecedenten van neuropsychiatrische stoornissen. Gezien de beperkingen van een dergelijke observationele studie, laten deze resultaten geen definitieve conclusies toe en zijn de cijfers slechts richtinggevend. Anderzijds is volgens het advies van een expert niet bewezen dat intermittente toediening van corticosteroïden het risico verlaagt.