Influenza 2014- 2015De influenzavaccinsOp basis van de gegevens verzameld door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) kan besloten worden dat er in het seizoen 2013-2014 relatief weinig griep was, met een lichte griepepidemie van korte duur1. De geringe intensiteit van vorig griepseizoen heeft vooral te maken met verworven immuniteit van de bevolking ten opzichte van de stammen die in dat seizoen circuleerden, en de virulentie van deze stammen. De vaccins die beantwoorden aan de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) voor de winter 2014-2015 hebben volgende samenstelling:
Het pandemische influenzavirus A/H1N1 (A/California/7/2009) blijft dus ook voor het komende seizoen aanwezig in de beschikbare vaccins. Enkel de H3N2-stam werd gewijzigd ten opzichte van het seizoen 2013-2014. De specialiteiten die beantwoorden aan de normen van de WGO voor 2014-2015 zijn: α-Rix®, Influvac S®, Intanza®, Vaxigrip® (situatie op 01/07/14).
Al deze vaccins bevatten een voldoende hoeveelheid oppervlakte-antigenen nodig om een vergelijkbare immuunrespons op te wekken. Voor de influenzavaccinatie dient prioriteit te worden gegeven aan de risicogroepen. De risicogroepen voor het seizoen 2014-2015 zoals vastgelegd door de Hoge Gezondheidsraad verschillen niet van deze voor het seizoen 2013-2014: o.a. zwangere vrouwen in het 2de of 3de trimester; personen ouder dan 65 jaar; personen die in een instelling verblijven; personen vanaf de leeftijd van 6 maanden met een onderliggende chronische aandoening ter hoogte van longen, hart, lever, nieren [zie Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium 2014, hoofdstuk 12.1.1.5.]. Er is geen evidentie dat het effect van het vermijden van griep voor de vaccins onderling verschilt. Zoals besproken in de Folia van juli-augustus 2013 kan aangenomen worden dat de momenteel beschikbare, geïnactiveerde influenzavaccins gedeeltelijke bescherming bieden, maar dat het globale effect bescheiden is en op zijn minst onvolledig, zeker in de seizoenen waarin er onvolledige matching is tussen de vaccinvirussen en de circulerende virussen. In de Folia van november 2013 bespraken we de vaccinatie tegen influenza van zwangere vrouwen. De conclusie was dat vaccinatie tegen influenza van vrouwen in het 2de of 3de trimester van de zwangerschap een beperkte gezondheidswinst kan geven, maar meer gegevens zijn noodzakelijk over de winst van vaccinatie in termen van morbiditeit en mortaliteit voor moeder en kind. Vanzelfsprekend kunnen bijkomende risicofactoren bij zwangere vrouwen, zoals respiratoire of cardiale aandoeningen, de noodzaak voor vaccinatie versterken. De influenzavaccins worden als veilig beschouwd tijdens de zwangerschap, ook tijdens het 1ste trimester, maar de ervaring in het 1ste trimester is gering. 1 zie http://influenza.wiv-isp.be/nl/Pages/default.aspx , en de grafiek op http://influenza.wiv-isp.be/nl/Documents/ Influenza_2014_19.pdf 2 Handboek Vaccinaties, deel A, Theorie en uitvoeringspraktijk, hoofdstuk 24.10. Van Gorcum; 2de druk, 2011 De neuraminidase-inhibitoren(Zie ook bericht van 16/06/14 in de rubriek " Goed om te weten" op onze website) Op 10 april 2014 werd op de website van de British Medical Journal (BMJ) een update gepubliceerd van de Cochrane Review van 2012 over het gebruik bij influenza van de neuraminidase-inhibitoren oseltamivir (Tamiflu®) en zanamivir (sinds 2013 niet meer beschikbaar in België); het gaat om twee systematische reviews (één over oseltamivir, de andere over zanamivir), samen met bijbehorende editorialen en commentaren. Deze publicaties kunnen vrij geraadpleegd worden via www.bmj.com/tamiflu ; de review is ook gepubliceerd in de Cochrane Database of Systematic Reviews3. Volgens de auteurs van de Cochrane Review is het nu duidelijk, op basis van alle beschikbare evidentie uit gerandomiseerd onderzoek, dat het voordeel van osteltamivir en zanamivir bij influenza zeer gering is, en nog beperkter dan tevoren gedacht. Dit doet vragen rijzen bij de promotionele campagnes en de beleidsbeslissingen rond het aanleggen van stocks en het promoten van Tamiflu® bij de grieppandemie van enkele jaren geleden. Hierna geven we kort de resultaten van de Cochrane Review voor oseltamivir bij volwassenen. De studies met oseltamavir bij kinderen en de studies met zanamivir toonden zeker geen grotere doeltreffendheid in vergelijking met de studies met oseltamivir bij volwassenen; er waren met zanamivir wel minder ongewenste effecten. 3 Jefferson T, Jones MA, Doshi P et al.: Neuraminidase inhibitors for preventing and treating influenza in healthy adults and children. Cochrane Database of Systematic Reviews 2014; 4 . Art. No.: CD008965. DOI: 10.1002/14651858. CD008965.pub4. Wat toont de Cochrane Review voor oseltamivir?
Enkele commentaren
|