Deze maand in de Folia

Urineweginfecties komen, vooral bij de vrouw, frequent voor. Bij de keuze van de behandeling spelen de steeds toenemende resistentie van bacteriën tegen antibiotica, en de ongewenste effecten en de kostprijs van antibiotica een belangrijke rol. Deze keuze is echter niet altijd gemakkelijk, gezien de diversiteit in de voorgestelde geneesmiddelen en behandelingsschema’s. In dit nummer wordt getracht de stand van zaken te geven in verband met het rationele gebruik van antibiotica bij urineweginfecties in de eerste lijn.

Meerdere malen werd in de Folia reeds de aandacht gevestigd op de problemen die kunnen optreden bij het voorschrijven van geneesmiddelen aan (mogelijk) zwangere vrouwen. De wijziging van de procedure voor het voorschrijven en afleveren van thalidomide, en een bijdrage over de teratogeniteit van retinoïden voor lokaal gebruik vormen een aanleiding om hierover nogmaals te reflecteren. Het is logisch dat voor geneesmiddelen zoals thalidomide, met een gekende uitgesproken teratogeniteit, specifieke maatregelen worden genomen om toediening aan een (mogelijk) zwangere vrouw ten allen prijze te vermijden. Andere middelen met bewezen teratogeen effect (b.v. ACE-inhibitoren, vitamine A-derivaten) hebben een veel breder indicatiegebied, en het is niet haalbaar daarvoor uitgebreide procedures voor voorschrijven en afleveren in te stellen. Het komt er dan ook op aan dat artsen en apothekers de gepaste reflex hebben om bij vrouwen steeds de mogelijkheid van een zwangerschap te overwegen en dat ze bij deze groep patiënten, meer nog dan bij anderen, het voorzichtigheidsbeginsel niet uit het oog verliezen.