Deze maand in de FoliaHet interpreteren van studieresultaten is dikwijls niet eenvoudig. In dit nummer wordt dan ook dieper ingegaan op de plaats en betekenis van twee soorten studies: de gerandomiseerde studies en de observationele studies. Beiden hebben ongetwijfeld hun plaats, maar de resultaten moeten verschillend geïnterpreteerd worden. Een gerandomiseerde studie levert harder bewijsmateriaal, maar is niet altijd haalbaar en benadert meestal minder de "real life"-omstandigheden; een observationele studie is als het ware uit het leven gegrepen, maar is veel gevoeliger aan verstoring door fouten-bronnen. Niet alleen het type studie, maar ook de eindpunten en de bestudeerde patiëntenpopulatie zijn van groot belang bij de interpretatie van studieresultaten. Zo kan men uit de ASCOT-studie op eerste zicht concluderen dat hypertensiepatiënten beter af zijn met amlodipine (eventueel aangevuld met perindopril), dan met atenolol (eventueel aangevuld met een thiazidediureticum). Maar men moet het volledige verhaal kennen. De studie gebeurde bij relatief oudere patiënten, met meerdere cardiovasculaire risicofactoren. Men moet ook weten dat het verschil in primair eindpunt niet statistisch significant was, en dat de verschillen in secundaire eindpunten, die leidden tot stopzetten van de studie, statistisch wel significant waren, maar in absolute cijfers gering. De gunstiger resultaten voor de amlodipine/perindopril-groep kunnen waarschijnlijk voor een groot deel worden uitgelegd door het verschil in bereikte bloeddrukverlaging. Als men rekening houdt met al deze factoren moet men concluderen dat deze ASCOT-studie in feite weinig schokkend nieuws brengt en zeker niets fundamenteels verandert aan de startbehandeling voor hypertensie zoals geformuleerd in de Folia van april 2004. Dit is een heel ander verhaal dan wat men in boodschappen over deze gecontroleerde studie wel eens wil doen geloven. |