Deze maand in de Folia

Zowel voor astma (GINA) als voor COPD (GOLD) zijn recent de herziene richtlijnen verschenen. De veranderingen in de aanpak zijn uiteindelijk niet zo groot. Voor astma blijft de nadruk op een goede basisbehandeling met inhalatiecorticosteroïden als de toestand dit vereist. Langwerkende β2-mimetica zijn, bij volwassenen, meestal eerste keuze als bijkomende medicatie, maar er zijn wel suggesties van een verhoogd risico van ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit met deze middelen. Voor COPD blijft er de vaststelling dat stoppen met roken de enige maatregel is waarvoor bewezen is dat de prognose van de patiënt verbetert. Voor de medicamenteuze aanpak van COPD verandert er zo goed als niets. De moeilijkste opdracht bij astma en COPD blijft om de patiënt een goed ziekte-inzicht bij te brengen en hem bijvoorbeeld te motiveren tot rookstop. Het vraagt ook steeds tijd en energie om een goed gebruik van de medicatie te bekomen. Medicatie met snel symptomatisch effect (bv.β2-mimetica)wordt dikwijls overgewaardeerd ten opzichte van onderhoudsbehandeling (bv. inhalatiecorticosteroïden).Frequent zijn er fouten bij de inhalatie van medicatie, waardoor een gewenst effect wegblijft. Het regelmatig herhalen door arts en apotheker van de belangrijkste boodschappen voor goede aanpak van astma en COPD is ook voor de geroutineerde patiënt van belang.

Het zal weinig artsen en apothekers ontgaan zijn dat er een nieuw vaccin op de markt is. Het vaccin tegen humaan papillomavirus komt in de media en via promotie sterk aan bod. De juiste plaats van dit vaccin bepalen is echter niet eenvoudig. Enerzijds zijn een aantal gegevens nog onbekend, zoals de duur van de bescherming na een basisvaccinatie. Anderzijds is er de hoge kostprijs en de blijvende noodzaak van een regelmatig cervixuitstrijkje als screening voor baarmoederhalskanker. Inderdaad zitten niet alle cancerogene types van het virus in het vaccin.