De plaats van colchicine in de aanpak van pericarditis: recente gegevens

De laatste jaren is er toenemende belangstelling voor het gebruik van colchicine in de aanpak van pericarditis. Uit gerandomiseerd onderzoek is gebleken dat laaggedoseerd colchicine (0,5-1 mg daags) gedurende 3 tot 6 maanden, toegevoegd aan een kortdurende behandeling met acetylsalicylzuur of een NSAID, werkzaam is in de recidiefpreventie van pericarditis. Colchicine kan een plaats hebben bij personen met recidiverende pericarditis maar het is belangrijk de contra-indicaties (ernstige nierinsufficiëntie, leverinsufficiëntie) te respecteren, alert te zijn voor interacties (onder andere met pompelmoes) en de patiënt gedurende de behandeling op te volgen. Preventie van pericarditis wordt niet als indicatie vermeld in de Samenvatting van de Kenmerken van het Product (SKP) van colchicine.

- De standaardbehandeling van acute pericarditis bestaat uit anti-inflammatoire behandeling met acetylsalicylzuur of met een NSAID. Het gebruik van corticosteroïden is grotendeels verlaten, aangezien ze het ziekteverloop zouden verlengen en het risico van recidief verhogen. Na een eerste episode van acute pericarditis bedraagt de kans op recidief 10 tot 30%, na een tweede episode stijgt deze kans tot 50%.

- De laatste jaren verschenen meerdere gerandomiseerde studies over de werkzaamheid van colchicine in de recidiefpreventie van pericarditis. In alle studies werden de patiënten gerandomiseerd naar behandeling met laaggedoseerd colchicine (0,5-1 mg daags in functie van het lichaamsgewicht) of naar placebo gedurende 3 tot 6 maanden, toegevoegd aan een kortdurende behandeling met acetylsalicylzuur of een NSAID van 7 tot 10 dagen. Zowel patiënten met een eerste episode van acute pericarditis1, als patiënten met een eerste recidief1 of met meerdere2 recidieven van pericarditis, werden onderzocht. In alle studies bleek colchicine werkzaam in de recidiefpreventie van pericarditis: de Number Needed to Treat of NNT bedroeg telkens ongeveer 5. In de studies was het risico van ongewenste effecten iets hoger met colchicine dan met placebo (9 vs. 7%). Diarree, abdominale pijn, nausea en braken werden het vaakst gemeld; ernstige ongewenste effecten traden niet op. Het betreft hier echter geselecteerde onderzoekspopulaties waarbij onder andere personen met leverinsufficiëntie of ernstige nierinsufficiëntie werden uitgesloten.

Enkele commentaren

- Er zijn weinig richtlijnen van goede kwaliteit over de aanpak van pericarditis; in de recente richtlijn van de European Society of Cardiology3 wordt colchicine, toegevoegd aan acetylsalicylzuur of een NSAID, vermeld als eerstekeuzebehandeling voor de aanpak van acute en recidiverende pericarditis. De aanbevolen dosis bedraagt 0,5 mg tweemaal daags (of eenmaal daags bij een lichaamsgewicht < 70 kg) gedurende 3 maanden (eerste episode van pericarditis) of 6 maanden (recidiverende pericarditis).

- Alle studies werden uitgevoerd door dezelfde Italiaanse onderzoeksgroep (Imazio et al.). De methodologische kwaliteit van de studies is voldoende, de grootte van de studies is echter beperkt.

- Alle onderzoekspersonen waren “gezonde” Italianen van rond de 50 jaar; de resultaten van de studies kunnen dus niet zonder meer geëxtrapoleerd worden naar kinderen, ouderen of andere etnische groepen. Evenmin kan er een uitspraak gedaan worden over pericarditis in het kader van tuberculose, neoplasie of trauma.

- Colchicine is een geneesmiddel met nauwe therapeutisch-toxische marge: bij overdosering of interactie met sterke inhibitoren van CYP3A4 (o.a. clarithromycine, erythromycine, pompelmoes) of P-gp kunnen beenmergdepressie, myopathie en perifere neuritis optreden [zie Folia november 2009]. Colchicine is gecontra-indiceerd bij patiënten met leverinsufficiëntie of ernstige nierinsufficiëntie; bij patiënten met matige nierinsufficiëntie, zoals ouderen, is voorzichtigheid geboden. De patiënt moet er voor gewaarschuwd worden dat gastro-intestinale klachten (diarree, nausea, braken) of neuropathie kunnen wijzen op overdosering van colchicine.

- Preventie van pericarditis wordt niet als indicatie vermeld in de SKP.

 

1 Cochrane Database of Systematic Reviews 2014; 8. Art. No.: CD010652. DOI: 10.1002/14651858.CD010652.pub2.

2 Lancet 2014;383:2232-7 (doi: 10.1016/S0140-6736(13)62709-9) met editoriaal 2014;383:2193-4 (doi: 10.1016/ S0140-6736(14)60113-6)

3 Eur Heart J First published online: 29 August 2015 (doi: 10.1093/eurheartj/ehv318) of www.escardio.org