Geen routinematige perioperatieve β-blokkade bij niet-cardiale heelkunde
Samenvatting |
In tegenstelling tot eerdere richtlijnen, wordt routinematige perioperatieve β-blokkade bij niet-cardiale heelkunde momenteel niet meer aanbevolen. Bij geselecteerde patiënten kan preoperatief starten met een β-blokker overwogen worden; bij patiënten die reeds behandeld werden met een β-blokker moet de behandeling in geval van heelkunde worden voortgezet. |
Gedurende lange tijd werd het routinematig perioperatief toedienen van β-blokkers bij de meeste types niet-cardiale heelkunde aanbevolen in de richtlijnen van zowel de American College of Cardiology (ACC) als de European Society of Cardiology (ESC).
De rationale hiervoor was dat de cardiale ischemie veroorzaakt door heelkunde en anesthesie, zou kunnen tegengegaan worden door gebruik van β-blokkers: β-blokkers verlagen het zuurstofverbruik van het myocard, en zouden bijgevolg cardiovasculaire complicaties en peri- en postoperatieve mortaliteit kunnen verminderen. De ACC en de ESC baseerden zich voor hun richtlijnen op de gunstige resultaten die gevonden werden in gerandomiseerde studies, uitgevoerd door de onderzoeksgroep rond de Rotterdamse internist Poldermans, die in 2011 in opspraak kwam wegens wetenschappelijke fraude, onder andere het invoeren van fictieve gegevens.
Meta-analyses: argumenten tegen systematische β-blokkade
- In 2014 verschenen twee meta-analyses waarin, na uitsluiten van de betwiste DECREASE-studies van de groep van Poldermans, een significante toename van de totale mortaliteit werd vastgesteld met perioperatieve β-blokkade (Relatief Risico 1,27; 95%-BI 1,01 tot 1,60)1,2.
- In 2015 verscheen een Cochrane Review over het effect van perioperatieve β-blokkade bij majeure vasculaire (maar niet-cardiale) heelkunde. Bij deze populatie met verhoogd vasculair risico werd geen gunstig effect gevonden van de β-blokker op de totale en cardiovasculaire mortaliteit3.
Richtlijnen anno 2014
Door de commotie rond de zaak Poldermans kwamen de ACC en de ESC onder steeds grotere druk te staan om hun aanbevelingen te herzien. In 2014 publiceerden beide organisaties een update van hun richtlijn. De huidige richtlijn van de ESC4 doet volgende aanbevelingen; de Amerikaanse aanbevelingen5 lopen hiermee grotendeels gelijk.
- Routinematige perioperatieve toediening van β-blokkers bij niet-cardiale heelkunde wordt niet langer aanbevolen.
- Bij de patiënten die reeds β-blokkers gebruikten, wordt de behandeling perioperatief voortgezet.
- Bij patiënten met gekend ischemisch hartlijden, of in geval van hoogrisico-ingrepen (zoals bv. long- of leverchirurgie) bij personen met verhoogd cardiovasculair risico kan preoperatief starten van β-blokkers overwogen worden. De behandeling moet tijdig (minstens 2 dagen, maar bij voorkeur 1 week tot 1 maand voor de ingreep) gestart worden zodat het mogelijk is de dosis aan te passen op basis van de hartfrequentie.
- Preoperatief starten van β-blokkers wordt niet aanbevolen in geval van laagrisico-ingrepen (zoals bv. heelkunde ter hoogte van ogen of gebit), ook niet bij personen met verhoogd cardiovasculair risico.
1 Heart 2014;100:456-64 (DOI: 10.1136/heartjnl-2013-304262)
2 Circulation 2014;130:2246-64 (DOI: 10.1161/CIR.0000000000000104)
3 Cochrane Database of Systematic Reviews 2015; 1. Art. No.: CD006342 (DOI: 10.1002/14651858.CD006342.pub2)
4 European Heart Journal 2014;35:2383-431 (DOI: 10.1093/eurheartj/ehu282)
5 Circulation 2014;130:e278-e333 (DOI: 10.1161/CIR.0000000000000106)