Goed om te weten
Propofol is bij onbeschikbaarheid van thiopental (thiobarbital) het enige alternatief voor euthanasie (bijgewerkt op 03/09/2019)

Thiopental wordt gebruikt voor de uitvoering van euthanasie. Dit middel induceert bij intraveneuze toediening een diep coma en kan in sommige gevallen al een respiratoire stilstand en het overlijden veroorzaken. Als de patiënt hiermee nog niet overleden is, geeft men daarna een curariserend middel (een spierrelaxans), wat leidt tot de dood.
Omdat thiopental niet in België op de markt is, importeert men het al sinds 2011 via een speciale ‘derogatie’ uit het buitenland. Ook via deze import is er nu een tijdelijke onbeschikbaarheid. Pas vanaf juli 2019 zou dit probleem opgelost zijn. Het is niet duidelijk of de bestaande stocks in de ziekenhuizen zullen volstaan. [Aanvulling van 03/09/2019: het probleem van tijdelijke onbeschikbaarheid van thiopental is opgelost.] Het probleem zou ontstaan zijn door een tekort aan grondstof bij de producent en kan opnieuw optreden in de toekomst. Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) volgt de situatie op de voet.
 
Als er een tekort is, is propofol het enige alternatief voor thiopental [zie Repertorium Hoofdstuk 18.1 en 18.1.1.]. Belgische experten, de richtlijn van LEIF (het LevensEinde Informatie Forum) en de Nederlandse KNMG/KNMP-richtlijn voor de uitvoering van euthanasie, raden het gebruik van dit middel aan als alternatief voor thiopental.

Propofol induceert, net zoals thiopental, een diep coma. Hierdoor ontstaat een ademhalingsdepressie met een acidose en mogelijk een ademhalingsstilstand als gevolg. Dit middel geeft bijkomend vasodilatatie en cardiodepressie, wat bijdraagt tot het overlijden. Daarna dient men, zo nodig, een curariserend middel toe.

Voor de algemene praktische uitvoering van euthanasie wordt verwezen naar de richtlijn die verstrekt wordt via LEIF (https://leif.be/professionele-info/professionele-leidraad), via de Nederlandse KNMG/KNMP-richtlijn (https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/euthanasie.htm) of via de Algemene Pharmaceutische Bond (APB) (https://www.klav.be/klavinfo/files/Dossiers/Euthanasie/NL/2018_Euthanasie_DOCU_NL.pdf).

Er zijn wel een paar specifieke aandachtspunten bij het gebruik van propofol:

  1. Propofol wordt intraveneus via een infuus of via een injectie toegediend. Beide methodes zijn even effectief. In tegenstelling tot thiopental kan een elastomeerpomp bij propofol niet gebruikt worden. Propofol kan, net zoals thiopental, niet oraal ingenomen worden. Het is dus geen alternatief voor pentobarbital, waar de patiënt zelf het middel inneemt in geval van geassisteerde zelfdoding.

  2. De Nederlandse richtlijn beveelt een injectie met 1000 mg propofol aan. Er bestaan voorgevulde spuiten van 500 mg/50 ml of van 1 g/50ml, maar ook flacons van 50 ml met 20 mg/ml. Propofol-flacons en -spuiten zijn kant en klaar. De Belgische experten stellen, uit ondervinding, dat het inspuiten van 500 mg propofol meestal al voldoende is om het overlijden te veroorzaken. De 2de spuit of de rest van de flacon houdt men dan bij de hand en spuit men in, indien de patiënt niet direct overlijdt. Vaak is daarna het curariserend middel niet meer nodig, maar toch houdt men het best gebruiksklaar.

  3. Het inspuiten van propofol geeft bij ongeveer 10% van de mensen pijn ter hoogte van de vene waar het wordt ingespoten. Injecteer daarom vooraf, in minder dan 30 seconden, 2 ml lidocaïne 1%. Lidocaïne-toediening is geen garantie op een pijnloze injectie. Licht dus vooraf de patiënt en andere aanwezigen bij de euthanasie hierover in. Het is noodzakelijk een infuusnaald met afmeting 20 G of 18 G te gebruiken, en geen “butterfly” naald. Dunnere naalden of “butterfly” naalden hebben als nadeel dat het gedeelte van de naald dat in het bloedvat zit korter is. Het reële risico bestaat dat door beweging het infuus niet intraveneus blijft zitten en daarmee onbedoeld subcutaan wordt gespoten. Het injecteren door een dunnere naald is lastiger door de hogere weerstand. Het is daarom beter om op voorhand te kijken of de patiënt goed aan te prikken is en een infuus aan te leggen. Plaats wel het infuus niet langer dan 1 dag van tevoren. Indien dit wel zo zou zijn, moet dit een keer per dag doorgespoten worden met 5 ml NaCl-opl 0,9% of moet een waakinfuus gebruikt worden. Als het aanprikken moeilijk is, moet men desnoods hulp vragen.

  4. In het geval van een injectie, spuit men de propofol-oplossing in maximaal 5 minuten in. Ook als een infuus gebruikt wordt, moet de infuuszak met propofol binnen 5 minuten bij de patiënt inlopen. Spoel daarna in beide gevallen het infuussysteem met 10 ml NaCl-oplossing 0,9%, vooraleer het curariserend middel te gebruiken.

  5. Propofol is een ziekenhuisgeneesmiddel. Alleen in het kader van euthanasie mag het ook afgeleverd worden door een officina-apotheker in een openbare apotheek en toegediend worden buiten het ziekenhuis. In dat geval moet de voorschrijvende arts de uitvoerende arts zijn, die ook persoonlijk het middel moet afhalen bij de apotheek. Binnen de ziekenhuizen heeft men hiervoor interne protocollen. Het voorschrift moet gebeuren op naam van de patiënt en met de specifieke vermelding dat het om euthanasie gaat.


Specifieke bronnen

1 KNMG/KNMP richtlijn 2012. Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding. https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/euthanasie.htm Geraadpleegd op 20 mei 2019.
2 LEIF. Professionele leidraad. https://leif.be/professionele-info/professionele-leidraad. Geraadpleegd op 20 mei 2019.
3 APB. Euthanasie : praktische richtlijnen.  https://www.klav.be/klavinfo/files/Dossiers/Euthanasie/NL/2018_Euthanasie_DOCU_NL.pdf. Geraadpleegd op 25 mei 2019.