Lancering van een afbouwprogramma voor benzodiazepines en verwante middelen

België is in Europa een van de koplopers in het gebruik van benzodiazepines en verwante middelen (Z-drugs).1 Benzodiazepines en Z-drugs veroorzaken tolerantie en afhankelijkheid, en verhogen het risico van vallen, geheugenproblemen, slaperigheid overdag en ongevallen.
Aan bepaalde personen die chronisch een benzodiazepine of Z-drug nemen, kan sinds
1 februari 2023 een afbouwprogramma worden aangeboden, onder begeleiding van een arts en apotheker. De aanpak is multidisciplinair: de voorschrijvende arts, de apotheker en de patiënt werken samen.

Het afbouwprogramma

Principe

Het programma heeft als doel de afbouw van benzodiazepines en aanverwante middelen (Z-drugs). Het afbouwen gebeurt via capsules, magistraal bereid door de apotheker op basis van een voorschrift van de arts, voor bepaalde ambulante patiënten die chronisch een benzodiazepine of
Z-drug nemen
. Dit multidisciplinair programma wordt vergoed door het RIZIV, en laat een afbouw toe over 50 à 360 dagen, of een stabilisatie tot de laagst mogelijke dosis.2

Het proefproject, dat oorspronkelijk gepland was voor een periode van één jaar (tot 31 januari 2024), is verlengd tot 31 augustus 2024. Een evaluatie van het project is gepland in het 2de en 3de kwartaal van 2024 om te beslissen of het project wordt voortgezet of niet.
Update 01/07/24: Het project is verlengd tot 31 december 2024.

Doelgroep en voorwaarden

Het programma wordt opgestart op basis van een medisch voorschrift. De patiënten moeten aan volgende voorwaarden voldoen :

  • Minstens 18 jaar oud zijn.

  • Geïnformeerde toestemming hebben gegeven om gezondheidsgegevens te delen (eHealth).

  • Het programma ambulant volgen (dus buiten woonzorgcentra of andere zorginstellingen), en dit in dezelfde apotheek (naar keuze van de patiënt) gedurende de volledige duur van het programma.

  • Chronisch gebruik (≥ 3 maanden) van één enkel benzodiazepine of verwant middel (Z-drug) waarvan de dosis één keer per dag wordt ingenomen en niet hoger is dan 3 keer de DDD (Defined Daily Dose).2

  • De patiënt heeft slechts recht op de terugbetaling van één afbouwprogramma per jaar.3


Praktische aspecten voor de voorschrijver

Wanneer de arts, in samenspraak met de patiënt, beslist om een afbouwprogramma te starten, moeten beide partijen het overeenkomstformulier ondertekenen. Dit formulier moet meegegeven worden aan de patiënt, die het overhandigt aan de apotheker van zijn/haar keuze.
In dit document vermeldt de arts:

  • De naam van de molecule

  • Het gekozen afbouwschema:

    • 5 stappen: 100% - 80% - 60% - 40% - 20%

    • 7 stappen: 100% - 80% - 60% - 40% - 30% - 20% - 10%

    • 10 stappen: 100% - 90% - 80% - 70% - 60% - 50% - 40% - 30% - 20% - 10%

  • De duur van elke afbouwstap (10, 20 of 30 dagen).4

Bijkomend stelt de arts per afbouwstap een voorschrift op. Het voorschrift vermeldt het volgende:

  • De naam van de molecule.

  • De sterkte (uitgedrukt in mg of in percent van de initiële dosis)

  • Het aantal capsules.

Voorbeeld van een eerste afbouwstap met een duur van 30 dagen, voor alprazolam in een initiële dosis van 1 mg per dag:
R/ alprazolam 1 mg (of R/ alprazolam 100%)
30 capsules

Voorbeeld van een tweede afbouwstap met een duur van 30 dagen, voor alprazolam in een initiële dosis van 1 mg per dag:
R/ alprazolam 0,8 mg (of R/ alprazolam 80%)
30 capsules

Voorbeeld van een derde afbouwstap met een duur van 30 dagen, voor alprazolam in een initiële dosis van 1 mg per dag:
R/ alprazolam 0,6 mg (of R/ alprazolam 60%)
30 capsules

Per consultatie kunnen twee voorschriften meegegeven worden, voor twee opeenvolgende afbouwstappen. Het eerste preparaat is aan 100% gedoseerd, het laatste preparaat aan 20% of 10%, in functie van het gekozen schema.5
De arts kan tijdens het afbouwprogramma twee keer een “stabilisatiestap” van maximum 30 dagen inlassen.

De patiënt kan aan de arts of aan de apotheker vragen om de duur van een afbouwstap aan te passen. De apotheker en de arts houden  elkaar hiervan op de hoogte. Deze aanpassing dient door de arts voorgeschreven te worden. Het voorschrift voor een stabilisatiestap moet gevolgd worden door een consultatie, waar het voorschrift voor een dosisverlaging wordt meegegeven.

Voor meer informatie, zie « Informatiefiche voor de arts » en «Sensibilisatiefolder».


Rol van de officina-apotheker

De RIZIV-prestaties van de apotheker6 omvatten een initiatiegesprek, een opvolggesprek, alsook het bereiden en afleveren van de capsules. Een honorarium is voorzien voor de twee gesprekken en voor de bereiding van de capsules.

  1. Nadat de apotheker het overeenkomstformulier (afkomstig van de arts en overhandigd door de patiënt) ingevuld en ondertekend heeft, voert hij/zij het initiatiegesprek met de patiënt, waarbij onder andere het doel en het verloop van het programma worden uitgelegd en adviezen worden gegeven.

    Nota van de redactie: voor de niet-farmacologische adviezen kunnen zorgverleners de online handleiding ”Slaap-en kalmeermiddelen” (ontwikkeld in opdracht van de FOD Volksgezondheid) raadplegen, alsook de EBPracticeNet-richtlijn “Aanpak van slaapklachten en insomnie bij volwassenen in de eerste lijn” (2018), met de patiëntenrichtlijn “Slapeloosheid” (Gezondheid en Wetenschap) en de “Brochure Slapeloosheid” [zie ook Folia juni 2019 over de EBPracticeNet-richtlijn].
  2. Op basis van het voorschrift van de arts bereidt de apotheker de capsules, vertrekkende vanuit de meest geschikte specialiteit (door de patiënt te betalen) (zie “Commentaar van het BCFI”).

  3. De apotheker mag slechts de bereiding afleveren voor één afbouwstap.

  4. Uiterlijk bij de aflevering van de capsules voor de laatste afbouwstap houdt de apotheker het opvolggesprek. Het opvolggesprek kan slechts eenmaal tijdens het afbouwprogramma plaatsvinden, en is zeker zinvol bij de aflevering van de laatste afbouwstap.


Commentaar van het BCFI

Dit afbouwprogramma richt zich voornamelijk op patiënten die een benzodiazepine als slaapmiddel nemen. Patiënten die meerdere benzodiazepines nemen of die een benzodiazepine nemen in meerdere innames per dag, komen alleen in aanmerking voor dit afbouwprogramma als hun gebruik eerst gereduceerd wordt tot 1 inname per dag, eventueel na overschakeling naar diazepam.

Overschakeling naar diazepam wordt soms voorgesteld als optie voor de afbouw van benzodiazepines. Deze optie wordt in dit afbouwprogramma slechts uitzonderlijk als een mogelijkheid voorgesteld. Diazepam en zijn actieve metabolieten hebben immers een lange halfwaardetijd, met risico van ongewenste effecten, vooral bij ouderen [zie Repertorium 10.1.1. > Dosering].

Voor de magistrale bereiding vertrekt de apotheker vanuit de specialiteit zoals voorgeschreven door de arts. De apotheker krijgt de mogelijkheid om de goedkoopst mogelijke verpakking zelf te kiezen in functie van de magistrale bereiding. De resterende tabletten houdt de apotheker bij op naam van de patiënt (website KLAV).

De afbouw is niet volledig gratis voor de patiënt. Die dient wel nog de medische consultaties te betalen, alsook de verpakkingen van de specialiteit die gebruikt wordt om de magistrale bereiding te maken. 


Specifieke bronnen

FAGG. Slaapmiddelen: bevraging van het FAGG toont aan dat meer dan een derde van patiënten tekenen van afhankelijkheid vertoont en meerderheid gebruikt de slaapmiddelen te lang. Bericht van 21/06/22
APB. Persbericht: Een nieuwe dienst in de apotheek. Afbouw van slaapmedicatie voortaan terugbetaald. Bericht van 01/02/23
3 APB. Afbouw van benzodiazepines. In praktijk
4 APB. Overeenkomstformulier arts – patiënt - apotheker
5 APB. Informatiefiche voor de arts

6 RIZIV. Tarieven – Afbouwprogramma voor benzodiazepines en aanverwante producten vanaf 1 februari 2023