Medicatienazicht door de huisapotheker: een nieuw initiatief
Samenwerking tussen huisarts en apotheker is essentieel om dit project te doen slagen en het geneesmiddelengebruik bij de patiënt te optimaliseren.
Het medicatienazicht
Doel
De dienstverlening medicatienazicht werd opgestart om te beantwoorden aan een aantal noden inzake volksgezondheid: de gezondheidsvaardigheden (health literacy) van de patiënten vergroten en de behandelingen aanpassen aan de patiënt en zijn/haar fysiologische toestand. Het doel van het medicatienazicht is het geneesmiddelengebruik te optimaliseren. Dit kan bijvoorbeeld door de therapietrouw te verbeteren, door het geneesmiddelengebruik aan te passen, en door ‘geneesmiddelen gebonden problemen’ te identificeren (bv. ongewenste effecten, problemen veroorzaakt door interacties tussen geneesmiddelen).
Zoals de andere begeleidingsgesprekken voor ‘goed gebruik van geneesmiddelen’ (GGG), kadert de dienstverlening medicatienazicht in de medisch-farmaceutische samenwerking, met als doel de therapietrouw van de geneesmiddelen te verbeteren.
Doelpubliek en voorwaarden
Het medicatienazicht kan gestart worden door de huisapotheker, op vraag van de patiënt, volgend op een medisch-farmaceutisch overleg (MFO), op vraag van een verpleger/verpleegster of een mantelzorger of op vraag van de huisarts (op basis van een telefonisch of ander contact tussen huisarts en apotheker).
De criteria om in aanmerking te komen voor een medicatienazicht zijn de volgende:
-
Het gaat om een thuiswonende patiënt die chronisch minstens 5 terugbetaalde geneesmiddelen neemt;
-
De apotheker die het medicatienazicht uitvoert, is de ‘huisapotheker’ (de ‘huisapotheker‘ is de officina-apotheker die vrij gekozen wordt door een chronische patiënt voor de begeleiding en opvolging van zijn/haar medicamenteuze behandeling);
-
In de apotheek is een ruimte voorzien waar een vertrouwelijk gesprek kan gevoerd worden;
-
De apotheker registreert alle gegevens in de e-form Medicatienazicht1;
-
De apotheker stuurt op het einde van het traject de ingevulde e-form Medicatienazicht naar de arts, elektronisch (e-health box) of als papieren versie.
Het medicatienazicht richt zich essentieel op patiënten die nood hebben aan gepersonaliseerde begeleiding of opvolging. De aandacht gaat dus in de eerste plaats naar “kwetsbare patiënten” en/of patiënten die “risicogeneesmiddelen” nemen: bv. anticoagulantia, anti-aggregantia, insulines, combinaties van antihypertensiva, antidiabetica, NSAID’s, orale corticosteroïden of geneesmiddelen met nauwe therapeutisch-toxische marge (zie ook Repertorium Inl.6.2. Ongewenste effecten)2.
Honorarium
Het traject van het medicatienazicht wordt door het RIZIV vergoed voor de huisapotheker. Dit bedrag wordt gefactureerd eens het rapport van het medicatienazicht (e-form Medicatienazicht) wordt gedeeld met de arts. De apotheker moet dan een fictief voorschrift opmaken op naam van de patiënt met de CNK Medicatienazicht (5522-032) voor de tarificatie. Er is op dit ogenblik geen vergoeding voorzien voor de behandelende arts.
Het medicatienazicht wordt volledig terugbetaald en patiënten die tot de doelgroep behoren, kunnen er om de 2 jaar een beroep op doen. Op basis van een specifieke behoefte van de patiënt kan een extra medicatienazicht worden uitgevoerd en terugbetaald op vraag van de huisarts via een voorschrift (R/GGG Medicatienazicht) 2.
Hoe verloopt een medicatienazicht?
Stappen | Beschrijving |
Stap 1 |
|
Stap 2 |
|
Stap 3 |
|
Stap 4 |
|
Stap 5 |
▪ Farmaceutische interventies (bv. opstarten van ▪ Voor bepaalde interventies is het akkoord van Om elke verwarring bij de patiënt te vermijden, is het belangrijk dat eventuele aanpassingen van het medicatieschema pas worden besproken met de patiënt nadat de arts het actieplan heeft gevalideerd. |
Stap 6 |
|
Stap 7 |
|
Stap 8 |
|
Belang van een multidisciplinaire aanpak
De dienstverlening medicatienazicht is multidisciplinair, net zoals het recent gestarte afbouwprogramma voor benzodiazepinen en aanverwante middelen: zowel de huisarts, de apotheker als de patiënt zijn betrokken.
Het is belangrijk te signaleren dat bepaalde interventies het akkoord van de huisarts vereisen. De behandelend arts is het best geplaatst om de klinische significantie te evalueren van ‘geneesmiddel gebonden problemen’ die bij het medicatienazicht werden geïdentificeerd. De apotheker kan wel beslissen over farmaceutische interventies die behoren tot zijn/haar competentiedomein.
De apotheker kan huisartsen reeds informeren over de start en het belang van deze nieuwe dienstverlening. Op die manier kunnen arts en apotheker reeds afspraken maken hoe ze zullen communiceren, aangezien samenwerking essentieel is om deze dienstverlenging te doen slagen. Een informatiefiche voor artsen is beschikbaar.
Commentaar van het BCFI
Het BCFI is van oordeel dat de dienstverlening medicatienazicht een nieuwe stap is in een beter geneesmiddelengebruik door de patiënt. Een goede samenwerking tussen arts en apotheker is essentieel om dit project te doen slagen.
Tools
-
BCFI
-
Goed gebruik van geneesmiddelen (zie Inleiding).
-
Auditorium
-
-
GheOPS tool : screeningtool die specifiek ontwikkeld is om ‘geneesmiddel gebonden problemen’ bij ambulante ouderen te detecteren (ontwikkeld aan de Universiteit Gent).
-
UGent, GheOP3S tool update_Nederlands.
-
-
STOPP/START: screeninglijsten om geneesmiddelen bij de oudere patiënt (> 65 jaar) te evalueren. De lijst omvat 80 criteria voor de detectie van potentieel ongeschikte geneesmiddelen voor ouderen (STOPP) en 34 criteria voor de detectie van geneesmiddelen die ten onrechte worden ontzegd (START).
-
STOPP/START, v2. (een Nederlandse en aangepaste versie “STOP- en START-NL” is beschikbaar via de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij ouderen (Nederland, december 2020))
-
-
APB
Bronnen
1 APB, Handleiding e-form « Medicatienazicht”, geraadpleegd op 04/04/23.
2 APB, Medicatienazicht: stap voor stap, geraadpleegd op 04/04/23.