RIZIV top 25: grootste geneesmiddelenuitgaven in de ambulante zorg in 2022

Op de 1ste plaats staat voor de eerste keer een DOAC (apixaban). Nieuw in de top 25 zijn het complex sacubitril/valsartan en empagliflozine. Semaglutide stijgt in de top. De totaalkost voor de top 25 neemt elk jaar toe.


Het RIZIV publiceert jaarlijks de top 25 van de werkzame bestanddelen in de uitgaven van het RIZIV voor terugbetaalde geneesmiddelen afgeleverd in de openbare apotheken. Hun laatste top 25 gaat over het jaar 2022.1

  • Totaal van de RIZIV-uitgaven voor deze top 25: ongeveer 1 030 000 000 euro. Deze totaalkost neemt elk jaar toe (bv. in 2020 ongeveer 914 000 000, in 2021 ongeveer 959 000 000).

  • De top 25 omvat 34% van de totale RIZIV-uitgaven voor terugbetaalde geneesmiddelen afgeleverd in de openbare apotheken.

  • Naast deze 25 actieve bestanddelen zijn er nog 709 andere waarvoor een tegemoetkoming is voorzien in de ambulante sector.

Commentaren van het BCFI bij de top 25

  • Op de 1ste plaats staat voor de eerste keer een DOAC: apixaban. Nog 2 andere DOAC’s staan vooraan in de top 25: rivaroxaban (4de plaats) en edoxaban (7de plaats). Dabigatran verdween uit de top 25. Samengeteld wordt voor ongeveer 223 miljoen euro terugbetaald aan de 3 DOAC’s in de top 25, en dit voor ongeveer 321 000 patiënten. Volgens berekeningen van het RIZIV worden de DOAC’s op dit ogenblik gebruikt in de meerderheid van de anticoagulerende behandelingen (75%, berekend volgens het aantal DDD) [ter vergelijking: de heparines in 18% van de behandelingen en de vitamine K-antagonisten in 7% van de behandelingen]. Voor de plaatsbepaling van de DOAC’s, zie Repertorium 2.1.2.

  • Nieuw in de top 25 zijn het complex sacubitril/valsartan (22ste plaats) en empagliflozine (25ste plaats).​​​

    • Het complex sacubitril/valsartan heeft als indicatie in de SKP chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie. De meerwaarde ten opzichte van een ACE-inhibitor (of sartaan) op het vlak van globale mortaliteit en hospitalisaties wegens hartfalen is niet helemaal duidelijk. Voor meer uitleg, zie Plaatsbepaling in Repertorium 1.3.2.

    • Empagliflozine heeft als indicaties in de SKP type 2-diabetes, alsook symptomatisch chronisch hartfalen (sinds augustus 2021) en chronische nierschade, al dan niet in de aanwezigheid van diabetes (sinds september 2023). Voor de Plaatsbepaling en links naar Folia-artikels, zie Repertorium 5.1.8.

  • Semaglutide staat op de 8ste plaats (ongeveer 41 miljoen euro voor ongeveer 45.000 patiënten). Het kwam in 2021 nieuw in de top 25 (toen op de 20ste plaats en ongeveer 24 miljoen euro voor ongeveer 28 000 patiënten). De specialiteiten op basis van semaglutide hebben enkel diabetes type 2 als indicatie in de SKP. De gunstige studieresultaten van semaglutide injectie bij obesitas hebben geleid tot off-label gebruik van de specialiteit Ozempic® [zie Folia april 2023]. Ozempic® is al geruime tijd slechts beperkt beschikbaar, en er wordt opgeroepen om de specialiteit voor te behouden voor patiënten met type 2-diabetes.

  • De top 25 bevat een aantal dure geneesmiddelen die door een beperkt aantal patiënten worden gebruikt. Ze worden vooral of uitsluitend door specialisten voorgeschreven. Het gaat onder andere om:

    • de TNF-remmers adalimumab (2de plaats in de top 25), etanercept, guselkumab en golimumab, en de interleukine-antagonisten secukinumab en ustekinumab voor behandeling van (bepaalde vormen van) reumatoïde artritis en andere immuungemedieerde aandoeningen;

    • het monoklonaal antilichaam emicizumab (3de plaats in de top 25) voor gebruik bij patiënten met hemofilie A (ongeveer 74 miljoen euro voor 215 patiënten);

    • een combinatie van HIV-remmers ter behandeling van HIV-infectie.

    • omalizumab, een monoklonaal anti-IgE-antilichaam gebruikt bij bepaalde ernstige vormen van allergisch astma, urticaria of neuspoliepen.

  • In de lijst staan een aantal minder dure geneesmiddelen die door een veel groter aantal patiënten worden gebruikt. Deze geneesmiddelen worden vooral door huisartsen voorgeschreven.

    • Daaronder zijn er een aantal “oude bekenden” van de top 25: atorvastatinemetformine en de PPI’s pantoprazol en omeprazol. Pantoprazol en omeprazol (5de respectievelijk 19de plaats) kenden samen meer dan 2 miljoen gebruikers in 2022 [voor de Plaatsbepaling van de PPI’s zie Repertorium 3.1.].

    • De influenzavaccins (23ste plaats, met ± 1,8 miljoen patiënten) staan sinds 2020 in de top 25.

  • Denosumab staat al jaren in de top 25. Denosumab wordt gebruikt bij osteoporose en kankers (bv. gevorderde maligniteiten waarbij bot is betrokken). In de medicamenteuze aanpak van postmenopauzale osteoporose kan denosumab een optie zijn wanneer orale bisfosfonaten gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden: zie Repertorium 9.5.

  • De top 25 laat niet toe om uitspraken te doen over de indicaties waarvoor de geneesmiddelen waren voorgeschreven. Wel geeft de top ons inzicht in het voorschrijfgedrag van artsen. Rationeel voorschrijven betekent dat men een behandeling kiest op basis van wetenschappelijk onderbouwde argumenten over werkzaamheid en veiligheid, maar dat men ook aandacht heeft voor de kostprijs: de aandacht gaat hierbij vanzelfsprekend op de eerste plaats naar de gezondheidswinst (die wordt afgewogen tegen de risico’s) voor de patiënt, maar het kostenaspect voor patiënt en gemeenschap is ook belangrijk.

Specifieke bronnen

RIZIV. Infospot. De TOP 25 van de werkzame bestanddelen in de uitgaven in de ambulante sector van de verzekering voor geneeskundige verzorging in 2022, publicatie van 27/11/2023. Zie website RIZIV. Zie ook PDF-versie.