Het RIZIV evalueert het voorschrijven van protonpompinhibitoren (PPI’s)

Protonpompinhibitoren (PPI’s) worden massaal voorgeschreven in Westerse landen. Ze behoren dan ook al lange tijd tot de RIZIV-TOP 25 van de grootste geneesmiddelenuitgaven in de ambulante zorg (zie Folia februari 2024).
Ze worden op grote schaal en steeds vaker gebruikt, vaak op lange termijn zonder dat het nog nodig is.
Bovendien wijzen publicaties regelmatig op het risico op ernstige ongewenste effecten, vooral bij langdurig gebruik.
Om artsen feedback te geven over hun voorschrijfgedrag en ze bewuster te maken van het gebruik van PPI’s, heeft de Nationale Raad voor Kwaliteitspromotie (NRKP) twee indicatoren aangenomen die wijzen op een duidelijke afwijking van goede medische praktijk. Die indicatoren beoordelen voor elke voorschrijver de prevalentie van patiënten die worden behandeld met PPI’s en de gemiddelde duur van de behandeling.
In december stuurde het RIZIV hierover een informatiebrief naar de huisartsen.

  • Binnen de 6 maanden zal elke arts een eerste keer informatie krijgen over zijn of haar positie ten opzichte van andere voorschrijvers.

  • Het RIZIV zal het voorschrijven van PPI’s per voorschrijver gedurende een jaar beoordelen en zal dan een tweede evaluatie sturen.

  • In geval van manifeste en herhaalde afwijkingen zal contact worden opgenomen met de betrokken artsen met de vraag hun voorschriften te rechtvaardigen.

Voor meer uitleg en nuttige links, zie "Maagzuurremmers (PPI): indicatoren voor het doelmatig voorschrijven van PPI door huisartsen".

Informatie over PPI’s vindt u ook in onze publicaties:

Het BCFI biedt u ook 2 geaccrediteerde e-learnings over dit onderwerp: