Eradicatie van Helicobacter pylori bij niet-ulcereuze dyspepsie

Het is goed aangetoond dat eradicatie van Helicobacter pylori verantwoord is bij patiënten met maag- of duodenumulcus. Het belang bij de behandeling van bepaalde niet-ulcereuze dyspeptische aandoeningen is echter nog niet duidelijk [zie ook Folia juni 1997. In de N Engl J Med 339 : 1869-1874en (1998) werden recent de resultaten gepubliceerd van twee studies bij patiënten met een niet-ulcereuze dyspeptische aandoening geassocieerd aan een H. pylori-infectie. Een kortetermijnbehandeling met omeprazol alleen werd vergeleken met een behandeling waarin omeprazol werd geassocieerd aan antibiotica. In de eerste studie waren bij 21% van de patiënten behandeld met omeprazol en antibiotica geen symptomen meer na één jaar, vergeleken met 7% van de patiënten behandeld met omeprazol alleen. Daarentegen werd in de tweede studie geen statistisch significant verschil gezien na één jaar tussen de twee groepen. Indien H. pylori een rol speelt bij dyspeptische aandoeningen, is zijn rol zeker minder belangrijk dan bij maag- en duodenumulcus. Volgens de op dit ogenblik beschikbare gegevens is het dus niet aanbevolen een infectie door H. pylori zonder geassocieerde ulcereuze pathologie te behandelen.