Ongewenste effecten van de angiotensine-II-receptor-antagonisten (sartanen)
Zoals de ACE-inhibitoren werken de angiotensine II-receptorantagonisten in op het renine-angiotensinesysteem.
- ACE-inhibitoren inhiberen het angiotensine -conversie- enzym dat verantwoordelijk is voor de omzetting van angiotensine I in angiotensine II, en verminderen ook de afbraak van bradykinine.
- De sartanen zijn antagonisten van de receptoren voor angiotensine II.
In België is "essentiële hypertensie" de enige geregistreerde indicatie van de sartanen. Een aantal van de ongewenste effecten van de sartanen lijken gelijkaardig te zijn aan deze van de ACE-inhibitoren, met name hypotensie (vooral bij starten van de behandeling bij patiënten met volumedepletie), acuut nierfalen (vooral bij patiënten met renovasculair lijden, in het bijzonder bilaterale stenose van de nierarteriën), angioneurotisch oedeem, duizeligheid, vermoeidheid en hyperkaliëmie, vooral in geval van nierfalen of bij gelijktijdig gebruik van hyperkaliëmerende geneesmiddelen zoals kaliumsparende diuretica of niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen [zie ook Mededeling van de Geneesmiddelenbewaking
"Fatale iatrogene hyperkaliëmie"
Folia van september 1998]. Zoals voor de ACE-inhibitoren zijn voor sommige sartanen daling van de hemoglobinemie, rash, gastro-intestinale stoornissen, smaakveranderingen, hoofdpijn, pancreatitis en gestoorde leverfunctie beschreven. Men is het er over eens dat hoest minder frequent is met de sartanen dan met de ACE-inhibitoren. De sartanen zijn, zoals de ACE-inhibitoren, gecontra-indiceerd gedurende de ganse duur van de zwangerschap.
De gegevens over de ongewenste effecten van de sartanen zijn nog beperkt. Dit geldt o.a. voor het optreden van acuut nierfa1en en daling van de hemoglobinemie. Daarom wat meer informatie over deze effecten.
-
Acuut nierfalen door ACE-inhibitoren treedt vooral op bij patiënten met renovasculair lijden (cfr. supra). De belangrijkste risicofactoren voor het optreden van nierfalen zijn dehydratatie, eventueel ten gevolge van de inname van hoge doses diuretica, ernstig hartfalen, diabetes mellitus. Het risico van nierfalen bij dergelijke risicopatiënten bestaat ook voor de sartanen, en dit wordt geïllustreerd door een casus gerapporteerd aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking. Het ging om een 73-jarige vrouw met hartfalen en diabetes, bij wie acuut nierfalen (creatininemie: 7,1 mg%) optrad ongeveer 20 dagen na starten van een behandeling met losartan. Haar creatininemie bedroeg 1,2 mg% vóór starten van de behandeling met losartan. Reeds lang nam zij ook furosemide, acetylsalicylzuur, metformine, simvastatine en metildigoxine. Een tiental dagen na stoppen van inname van losartan, en ondanks het voortzetten van de behandeling met furosemide, was het serumcreatinine opnieuw gedaald tot 1,5 mg%.
- ACE-inhibitoren kunnen de hemoglobinemie doen dalen en een anemie uitlokken of verergeren bij patiënten met chronisch nierfalen, in het bijzonder gedialyseerde patiënten, en bij patiënten die niertransplantatie hebben ondergaan. In een recent artikel in
La Revue Prescrire [19 : 597-598(1999)] wordt vermeld dat in klinische studies bij gedialyseerde patiënten of patiënten die niertransplantatie hebben ondergaan, met losartan een daling van de hemoglobinemie is gezien, zoals met de ACE-inhibitoren.
|